De moeilijkheden met accreditering voor ziekenhuizen in een Belgische context
Het is voor Belgische ziekenhuizen vaak moeilijk om zich te accrediteren en vooral om geaccrediteerd te blijven, omwille van een combinatie van structurele, organisatorische, financiële en culturele factoren. Hier zijn m.i. de belangrijkste redenen:
Complexiteit van het accreditatieproces
Accreditatieprocessen volgens internationaal gevalideerde standaarden (zoals JCI, NIAZ of Qualicor) vereisen het naleven van honderden strikte normen over kwaliteit en patiëntveiligheid. Deze normen gaan vaak veel verder dan de wettelijke minimumeisen en vergen een grondige aanpassing van:
- procedures en werkmethoden,
- documentatie en registratie,
- interne audits en continue verbetercycli.
Gevolg: Het kost veel tijd, middelen en personeel om die normen te implementeren én voortdurend te onderhouden vanuit een Belgische context, die niet fundamenteel is ingericht op accreditering.
Gebrek aan structurele financiering
In België is er geen structurele financiering voor accreditatie, in tegenstelling tot sommige andere landen waar accreditatie ingebed is in het financieringsmodel.
- De kosten voor externe audits, consultants en software zijn hoog.
- Er is weinig of geen financiële incentive gekoppeld aan accreditatiestatus (nadruk ligt op fee-for-service).
Gevolg: Ziekenhuizen moeten deze kosten intern opvangen, wat vaak leidt tot keuzes tussen accreditatie of andere prioriteiten (zoals infrastructuur of personeel) binnen een moeilijke financiële context.
Personeelstekort en werkdruk
De Belgische gezondheidszorg kampt met een chronisch personeelstekort (workforce depletion). De extra administratieve en organisatorische last die accreditatie met zich meebrengt, komt bovenop een al overbelaste werkvloer.
- Medewerkers moeten naast hun zorgtaken ook extra registreren, vergaderen, en deelnemen aan verbetertrajecten.
Gevolg: Demotivatie en weerstand bij zorgverleners, waardoor het moeilijk is om de accreditatiecultuur op termijn vol te houden.
Weerstand tegen top-down kwaliteitscultuur
Veel Belgische zorgverleners zien accreditatie als een bureaucratische top-downoefening die niet altijd leidt tot betere zorg voor de patiënt op de werkvloer binnen de Belgische context.
- Er is kritiek dat accreditatie te veel focust op papieren bewijzen, en te weinig op echte praktijkverbetering.
- Accreditatie wordt vaak erg bureaucratisch en administratief geïmplementeerd, met onvoldoende aandacht voor de klinische context.
Gevolg: Minder intrinsieke motivatie om accreditatie te blijven ondersteunen, vooral wanneer het als "afvinklijstje" wordt ervaren.
Politiek en beleidscontext
De Belgische gezondheidszorg is ondertussen sterk geregionaliseerd en complex georganiseerd. Er is geen eenduidige visie op accreditatie vanuit de verschillende overheden.
- Vlaanderen, Wallonië en Brussel hebben elk hun eigen accenten in kwaliteitsbeleid.
- De federale overheid koppelt (nog) geen significante consequenties aan accreditatie (bv. geen beloning of straf).
Gevolg: Geen uniforme noch consistente druk of stimulans om accreditatie als standaard na te streven of te behouden.
Concurrentie en reputatie versus samenwerking
Ziekenhuizen en ziekenhuisnetwerken concurreren onderling, ook op vlak van reputatie en imago. Sommige zien accreditatie als een middel om zich te onderscheiden, anderen vinden het niet nodig zolang er geen publieke vergelijking is.
- Het nut van accreditatie wordt dan afhankelijk van het marketing- of directiebeleid in een (regionale) concurrentiële context.
Gevolg: Accreditatie is niet vanzelfsprekend in het hele veld, en zonder kritische massa verwatert de impact ervan.
Samengevat:
Belgische ziekenhuizen vinden accreditatie moeilijk en belastend omdat het veel inspanning vergt zonder garantie op tastbare voordelen binnen de huidige context. De combinatie van beperkte middelen, personeelsdruk en gebrek aan beleidsmatige richting maakt het moeilijk om geaccrediteerd te blijven op lange termijn.
Hoe zou dit eventueel beter zou kunnen worden aangepakt
Om het accreditatieproces voor Belgische ziekenhuizen haalbaarder, relevanter en duurzamer te maken, kunnen beleidsmakers, ziekenhuisbesturen en zorgverleners verschillende strategieën hanteren. Hieronder geef ik suggesties op drie niveaus:
Beleids- en systeemniveau (overheid & koepelorganisaties)
Maak accreditatie deel van een geïntegreerd kwaliteitsbeleid
- Ontwikkel incrementeel en iteratief een evenwichtig en geïntegreerd kwaliteitsbeleid voor structuur, processen en resultaten (intermediaire mijlpalen).
- Ontwikkel een geïntegreerd kwaliteitsbeleid op basis van internationale, wetenschappelijk onderbouwde principes en normen.
- Koppel accreditatie aan andere initiatieven zoals VIP2-indicatoren, patiëntveiligheidsprojecten en zorginspectie.
- Vermijd dubbele rapportering en laat systemen beter op elkaar aansluiten.
Voorzie structurele financiering of incentives
- Maak het behalen en behouden van accreditatie een integraal onderdeel van een transparant, coherent en consistent financieel beleid.
- Vergoed accreditatiekosten deels via een kwaliteitsfonds of gekoppelde prestatiebetaling.
- Koppel bonussen of erkenning aan het behalen én behouden van accreditatie, zoals hogere terugbetalingen of vermelding op goed onderbouwde publieke kwaliteitsplatformen.
Maak transparantie eenvoudiger en zinvoller
- Zorg voor eenduidige en begrijpelijke rapportering van accreditatiestatus voor zorgverleners en burgers.
- Geef patiënten en huisartsen toegang tot relevante, goed onderbouwde en internationaal gevalideerde kwaliteitsscores zonder verwarrende indicatoren.
Ziekenhuisniveau (management & beleid)
Investeer in cultuurverandering, niet alleen in procedures
- Werk aan een leer- en verbetercultuur waarin accreditatie geen einddoel is, maar een hulpmiddel.
- Voorkom overmatig bureaucratische implementaties, die veraf staan van de dagelijkse klinische praktijk op de werkvloer. Het probleem is niet noodzakelijk de accreditatie op zich, maar de gebrekkige (on-ergonomische) implementatie ervan.
- Betrek zorgverleners actief bij kwaliteitsprojecten - niet alleen als uitvoerders, maar als medebepalers.
Integreer accreditatie in het dagelijkse werkproces
- Automatiseer zoveel mogelijk rapporteringen via een intelligent EPD of dashboards, zodat de dagelijkse werking op de werkvloer niet (teveel) wordt belast.
- Vermijd “projectmatige accreditatiegolven” en bouw stapsgewijs (iteratief) aan een continu systeem dat zichzelf onderhoudt en dat wordt gedragen door de organisatie.
Kies accreditatievormen die passen bij het profiel van het ziekenhuis
- Niet elk plaatselijk ziekenhuis moet JCI willen nastreven. Europese of modulaire accreditaties (zoals Qualicor, NIAZ of ISO) kunnen even waardevol zijn mits ze aansluiten bij het doel.
- Focus op zorginhoudelijke relevantie voor de zorg voor de zorgverlener en de patiënt, niet op imago (risico-gebaseerde implementatie).
Zorgverlenersniveau
Zorg voor goede communicatie en draagvlak
- Leg helder uit waarom accreditatie belangrijk is voor de patiëntveiligheid en kwaliteit.
- Koppel normen aan concrete voorbeelden uit de praktijk en toon de impact op patiëntenzorg.
Maak kwaliteitsrollen zichtbaar en haalbaar
- Creëer ruimte voor klinisch leiderschap in kwaliteit (bv. kwaliteitsverpleegkundigen, artsen met een kwaliteitsmandaat).
- Zorg dat kwaliteitsopdrachten worden erkend in werkplanning en loopbaanontwikkeling.
Tot slot: Denk lange termijn
Accreditatie moet evolueren van een “momentopname” naar een duurzaam kwaliteitsbeleid. De uitdaging is om de externe norm om te buigen naar een interne drijfveer voor betere zorg. Dat lukt alleen als alle lagen - beleid, management én werkvloer -zich hierin herkennen.