De meest gebruikte, internationaal geharmoniseerde én wetenschappelijk onderbouwde kwaliteitsindicatoren voor ziekenhuizen

Inleiding 

Een beknopt overzicht van de meest gebruikte, internationaal geharmoniseerde én wetenschappelijk onderbouwde kwaliteitsindicatoren voor ziekenhuizen. Ik heb ze gegroepeerd in families (uitkomst, veiligheid, proces/tijdigheid, patiëntperspectief, efficiëntie/organisatie) en geef per familie de kernindicatoren die je het vaakst terugziet in OECD-, WHO-, CDC/NHSN-, AHRQ- en CMS-kaders.

1) Uitkomstindicatoren (risk-adjusted)

  • 30-dagensterfte na acuut myocardinfarct (AMI) en na ischemisch/hemorragisch CVA (gelinkt of ongelinkt met overlijdensregisters). Dit zijn hoekstenen in de OECD Health Care Quality Indicators (HCQI).
  • Ziekenhuis-gecorrigeerde mortaliteitsratio’s (HSMR/SHMI) en procedure-specifieke sterfte (bv. na electieve chirurgie). (Veel gebruikt nationaal; methodologisch verwant aan OECD-uitkomstmaten.). HSMR (Hospital Standardised Mortality Ratio) kijkt naar sterfte binnen 30 dagen na ziekenhuisopname, terwijl SHMI (Summary Hospital-level Mortality Indicator) de sterftecijfers binnen het ziekenhuis en tot 30 dagen na ontslag rapporteert.
  • Heropnames binnen 30 dagen (all-cause of conditie-specifiek) - standaard in publieke rapportering en pay-for-performance (bv. CMS).

2) Patiëntveiligheid (adverse events & infecties)

  • AHRQ Patient Safety Indicators – PSI-90 composiet met o.a. postoperatieve DVT/PE, sepsis, wonddehiscentie en achtergebleven vreemd voorwerp. (Breed gebruikt in benchmarking en value-based programs.) (DVT - deep vein thrombosis en PE - pulmonary embolism)
  • Zorginfecties/Healthcare-Associated Infections (HAI) met gestandaardiseerde definities/Standardised Infection Ratio (SIR): Central Line-Associated Bloodstream Infection (CLABSI), Catheter-Associated Urinary Tract Infection (CAUTI), Surgical Site Infection (SSI, chirurgische wondinfectie), Ventilator-Associated Pneumonia (VAP)/Hospital-Acquired Pneumonia (HAP), C. difficile. Definities en case-finding zijn wereldwijd gestandaardiseerd via CDC/NHSN en in Europa via ECDC HAI-Net, wat internationale vergelijkbaarheid mogelijk maakt.
  • Evidence-based SSI-preventieprocessen (Surgical Site Infection, ECDC HAI-Net SPI’s): juiste timing van antibiotische profylaxe (<60 min vóór incisie) én stop binnen 24 uur, geen haar-verwijdering of clippen, alcohol-/CHG-huidantisepsis, perioperatieve normothermie en glucose-controle. (Dit zijn proces-indicatoren met aangetoonde impact op uitkomsten.) (ECDC).

3) Proces & tijdigheid (effectiviteit van acute zorg)

  • Stroke: door-to-needle-tijd (DNT) (trombolyse ≤60, 45 of 30 min), met robuuste richtlijnverankering en brede implementatie.
  • Heupfractuur: operatie binnen 48 uur – opgenomen in OECD/HCQI en veel nationale dashboards; sterk geassocieerd met betere uitkomsten.
  • (Andere vaak gebruikte tijdigheidsmaten: door-to-balloon bij STEMI; tijd tot antibiotica bij sepsis; tijd tot end-of-bed to theatre bij trauma. Deze zijn land-/programma-specifiek maar methodisch vergelijkbaar met bovenstaande.)

4) Patiëntperspectief: PREMs & PROMs

  • Patiëntervaring (PREMs) via gestandaardiseerde enquêtes, bv. Hospital Consumer Assessment of Healthcare Providers and Systems (HCAHPS, communicatie arts/verpleging, responsiviteit, medicatie-info, ontslaginformatie, aanbeveling/overall rating). Meet de ervaring van de patiënt met de zorg, zoals de communicatie, bejegening, wachttijden en de mate waarin de patiënt betrokken werd bij de behandeling. Wordt publiek gerapporteerd en gebruikt in value-based purchasing (Patient Reported Experience Measure).
  • Patiëntgerapporteerde uitkomsten (PROMs) – groeiend gebruik, vooral in electieve chirurgie (heup/knie), en internationaal getrokken door OECD PaRIS (vooralsnog vooral eerstelijn, maar methodiek en indicatorlogica worden ook in ziekenhuizen toegepast). Meet de uitkomsten van de zorg, zoals de gezondheidstoestand, kwaliteit van leven, pijn, vermoeidheid en functioneren van de patiënt (Patient Reported Outcome Measure).

5) Efficiëntie & organisatie

  • Spoed-doorstroming: o.a. ≤4-uurs-norm in de spoed (VK) en ER-length-of-stay – breed gehanteerde procesindicatoren met aantoonbare relatie tot uitkomsten (spoedeisende hulp, spoed(gevallen)dienst).
  • Verpleegdichtheid / staffing en handhygiëne-verbruik alcoholhandrub (ECDC SPI op ziekenhuisniveau) als structurele kwaliteitsindicatoren gelinkt aan veiligheid en uitkomsten.
  • Surgical Safety Checklist (WHO) – compliance wordt wereldwijd gemeten; invoering is in veel settings geassocieerd met minder complicaties en mortaliteit. Aandacht besteden aan de procedure in plaats van 'checklist-itis' is natuurlijk belangrijk.

Praktische tips om met deze indicatoren te werken

  1. Combineer outcome + veiligheid + proces + patiëntperspectief. Zo krijg je zowel “wat kwam eruit?” als “hoe kwam het tot stand?” in beeld.
  2. Risico-correctie is essentieel voor eerlijke vergelijking (casemix, comorbiditeit, urgentie, transfers). Gebruik de officiële specificaties (OECD HCQI, AHRQ PSI-specificaties, CDC/NHSN/ECDC-protocollen). Letten op "cherry picking" en "lemon dropping".
  3. Meet wat je kunt verbeteren: zet procesindicatoren in waar bewezen interventies bestaan (bv. SSI-bundels, stroke-DNT, heupfractuur ≤48u).
  4. Publiceer en leer: stratificeer (leeftijd, geslacht, sociaal-economische status (SES)) en koppel terug op afdelingsniveau; gebruik run-/control charts i.p.v. enkel momentopnames (Statistical Process Control (SPC)).
  5. Harmoniseer definities & datakwaliteit: volg de technische handleidingen (inclusie/exclusie, numerator/denominator, present-on-admission, observatietermijnen), anders zijn vergelijkingen waardeloos.

Een minimale, internationaal herkenbare kernset voor ziekenhuizen

  • Consistente en consequente identificatie van de patiënt en plaats van procedure/ingreep o.a. om 'wrong patient wrong side' problemen te voorkomen (% correcte identificatie). 
  • AMI- en CVA-30-dagensterfte; 30-dagenheropname.
  • AHRQ PSI-90 composiet of (waar niet beschikbaar) de afzonderlijke componenten (Patient Safety Indicator 90 (PSI 90), Patient Safety and Adverse Events Composite).
  • HAI-ratio’s (CLABSI, CAUTI, SSI, VAP/HAP, CDI) volgens NHSN/ECDC.
  • Stroke DNT (Door-to-needle time) ≤60 min; heupfractuurchirurgie ≤48 uur.
  • HCAHPS (of nationaal equivalent) + 1–2 PROMs (bv. heup/knie).
  • Surgical Safety Checklist-compliance + alcoholhandrub-verbruik.

Met deze kernset voldoe je toch al aan de internationale “gemeenschappelijke taal” van kwaliteitsmeting, sluit je aan op evidence-based verbeterpraktijken, en kun je betrouwbaar benchmarken over afdelingen, ziekenhuizen en landen heen.

Tot slot

Maak maximaal gebruik van data die toch al worden geregistreerd in een EPD en voorkom "bureaucratitis" door onnodig zware procedures die niet in verhouding staan tot de beoogde risico-reductie (potentieel vermijdbare complicaties, potentieel vermijdbare heropnames, never events). Verder nog "keep it simple, stupid!" (KISS), zodat veiligheidsprocedures ook in een drukbezette klinische setting kunnen werken. 

Perfectie is de vijand van efficiëntie, het is beter om vooruitgang te boeken met het beheersen van de belangrijkste risico's, dan krampachtig te streven naar een onhaalbare perfectie. 

Bronnen:

Donabedian, A. (1966). Evaluating the quality of medical care. The Milbank memorial fund quarterly, 44(3), 166-206.

“Evaluating the quality of medical care”: Donabedian's classic article 50 years later

Agency for Healthcare Research and Quality (AHRQ)

European Centre for Disease Prevention and Control

Clavien-Dindo Classification

Health at a Glance (OECD/OESO)

ICHOM

Popular posts from this blog

Het Budget Financiële Middelen (BFM) budgettair type A (Acuut)

Belgische S2-centra voor acute beroertezorg met invasieve procedures

Hervorming van de Belgische ziekenhuisfinanciering - struikelblokken & mogelijke hervormingsscenario's en hun voor- en nadelen