Ziekenhuisfusies en de hervorming van het Belgische ziekenhuislandschap - twee keerzijden van een medaille
Inleiding
De aanhoudende stroom ziekenhuisfusies en de federale hervorming van de ziekenhuisorganisatie en -financiering zijn twee bewegingen die elkaar spiegelen: ze vertrekken vanuit dezelfde noodzaak om een versnipperd, steeds minder leefbaar en arbeidsintensief systeem aan te passen aan de maatschappelijke en demografische evoluties. Hier wil ik een bescheiden poging doen om te zien hoe de kernelementen uit de Belgische ziekenhuisfusies zich verhouden tot het federale hervormingsproces, en hoe beide processen elkaar kunnen versterken in de praktijk. Uiteraard behandel ik hier slechts een klein aspect van een complex probleem.
Drijfveren voor ziekenhuisfusies op ziekenhuisniveau
Enkele drijfveren voor ziekenhuisfusies zijn een krimpende acute bedbezetting, een toenemende verschuiving naar meer ambulante zorg (intensivering dagopnames), consolidatie om kwaliteit en medische investeringen te borgen, en transmurale interdisciplinaire zorgmodellen voor chronische patiënten. Het Belgische zorglandschap ondergaat een technologische en demografische transitie (vergrijzing, verzilvering), een verschuiving van acute naar chronische zorg, terwijl de instroom en uitstroom van arbeidskrachten - met name in de verpleegkunde - problematisch wordt (workforce depletion). Een ziekenhuisfusie wordt in die maatschappelijke context een hefboom om schaarse expertise aan te trekken, veranderende patiëntstromen rationeler te organiseren en aantrekkelijker loopbanen te ontwikkelen voor artsen en verpleegkundigen in hybride multidisciplinaire teams. Kenmerkend voor ziekenhuisfusies is daarbij de toenemende aandacht voor sociaal ondernemerschap, waarbij men, gezien de urgentie van de situatie, niet kan wachten op nieuwe regelgeving, maar de stap wil zetten en tegelijk draagvlak organiseren via co-governance met artsen en intensieve begeleiding voor nieuw-samengestelde frontline (bedside) en backoffice teams om een nieuwe dynamiek te ontwikkelen.
Culturele en organisatorische vertaalslag
De culturele en organisatorische vertaalslag van een fusie van organisaties is geen bijzaak in deze fusiebeweging. Bij een fusie van organisaties dient de ontwikkelde meerlagige eenheid van visie, strategische, tactische en operationele werking zich te vertalen in een alineëring van structuren, organisatie en processen, en de (locoregionale) medische en paramedische focus die men kan en wil ontwikkelen en de (interne) mobiliteit van teams. Een en ander dient begeleid door wat men noemt zachte processen zoals “wat zit er in voor mij?” – begeleiding door een tegelijkertijd brede en gerichte communicatie richting de zorgprofessionals, middenkader en backoffice. Convergentie van verschillende personeelsstatuten maakt deel uit van de transformatie naar een nieuwe organisatiestructuur en -cultuur, met onder andere aandacht voor werkplanning en -organisatie, verlofregelingen en vergoedingen. Dergelijke aandacht voor organisatorische convergentie ondersteunt de dynamiek van de transformatie tot een nieuwe dynamische organisatie, maakt een en ander hanteerbaar en werkbaar en streeft ernaar de aantrekkelijkheid van de organisatie te vergroten in een zich sterk veranderende maatschappelijke en demografische context. Tegelijk moeten organisaties erkennen dat de last van transformatie en harmonisatie niet min is en de baten slechts met vertraging zichtbaar worden. Het procesverloop illustreert de kern van systeemverandering, dat je pas wint op organisatie-schaal-optimalisatie als je eerst consequent in de vele facetten van organisatie-integratie en -transformatie investeert.
Drijfveren voor ziekenhuisfusies op federaal niveau
Op macroniveau schuift de federale hervorming van het Belgische zorglandschap intussen dezelfde richting uit. In de presentatie waarmee minister Frank Vandenbroucke de bouwstenen voor de hervorming van de Belgische gezondheidszorg uiteenzette, staan drie pijlers centraal: hertekening van het ziekenhuislandschap (nabije zorg waar mogelijk, geconcentreerde zorg waar nodig), een eenvoudiger en prospectiever financieringssysteem met all-in DRG-forfaits en stimulansen voor daghospitalisatie, en een grondige hervorming van de nomenclatuur met een onderscheid tussen het professioneel honorarium en de werkingskosten. Doel van de (herculische) hervorming is transparantie, doelmatigheid en minder perverse prikkels. Een kwaliteitsluik (“value-based purchasing”) voorziet in pay-for-performance (P4P) en infectie-indicatoren ; op korte termijn werden al stappen gezet in klinische biologie, medische beeldvorming en (dag)hospitalisatie. Deze logica sluit nauw aan bij wat ziekenhuizen ondervinden: verschuiving naar ambulant waar het kan, (locoregionale) concentratie waar het zinvol is, transparante kostenstructuren en geïntegreerde, multidisciplinaire en transmurale zorgpaden voor chronische aandoeningen.
In 2025 werd een (niet-ongecontesteerde) hervormingswet als integrerend kader voorgesteld. De voorgestelde hervormingswet hertekent het conventiemodel (met uniformere spelregels en “richttarieven” binnen akkoorden), versterkt digitalisering en handhaving (tot en met tijdelijke schorsing van RIZIV-nummers bij fraude), en maakt plafonds op ereloonsupplementen mogelijk. Als cruciaal wordt aanzien om de hervorming van conventies, nomenclatuur en ziekenhuisfinanciering gelijktijdig en geïntegreerd te laten ingaan, met op dit moment 1 januari 2028 als streefdatum. De redenering achter de beoogde hervorming is begrijpelijk, men streeft op die manier naar tariefzekerheid voor patiënten en mutualiteiten/RIZIV/FOD VVVL, voorspelbaarheid voor zorgverleners en een coherente samenhang tussen honoraria, werkingskosten en Budget Financiële Middelen (BFM). Voor ziekenhuizen betekent dit ook dat supplementen in de toekomst enkel nog op het “professionele” deel kunnen worden aangerekend, terwijl de werkingskosten van een ziekenhuis rechtstreeks worden bekostigd — precies de transparantie waar fusionerende zorgorganisaties naartoe sturen.
De hervorming is geen ‘walk in the park’
Dat de beoogde transformatie van de gezondheidszorg spanning oproept in het veld, hoeft op zich niet te verbazen. Artsenorganisaties, tandartsen en middenveldorganisaties uitten in de zomer van 2025 hun bezorgdheid op delen van het voorontwerp (van supplementenplafonds tot procedurele machtsevenwichten), waarop het kabinet na enkele overlegrondes een aantal bijsturingen deed en de kern van de regering het ontwerp in eerste lezing goedkeurde. Wat overeind blijft, is de algemene beleidslijn, die budgetdiscipline wil combineren met tariefzekerheid, en financiële prikkels wil heroriënteren naar waarde en toegankelijkheid van zorg (VBHC). In die context fungeren de aan de gang zijnde ziekenhuisfusies als illustratie en proeftuinen van wat “integraal” werken van een zich transformerende organisatie vraagt, namelijk strategische en tactische vrijheid om (schaarse) middelen (ruimtelijk, organisatorisch) te heroriënteren én op een rechtvaardige en goed doordachte manier verantwoording te mogen afleggen over kwaliteit en kosten (vermijden van gaming, cherry picking en lemon dropping). Als het federale kader, dat in de stijgers staat, die bedrijfsmatige, maatschappelijke en demografische transitie ondersteunt met heldere DRG-forfaits, een eenduidige en evenwichtige nomenclatuur en een transparante supplementenlogica, daalt de nood aan interne kruissubsidiëring (retrocessie, …) en wordt locoregionale samenwerking in netwerken, over erkenningsnummers, campussen en disciplines heen makkelijker te organiseren en besturen.
Tot slot
Samen genomen wijst de combinatie van de aan de gang zijn de ziekenhuisfusies en de federale hervorming op één en dezelfde routekaart. De Belgische gezondheidszorg verschuift naar ambulant en thuiszorg waar het kan; zeldzame of complexe zorg concentreert zich waar het zinvol is; financiering volgt multidisciplinaire en transmurale zorgpaden en transparante kwaliteit als streefdoel in plaats van losse prestaties; en organisaties werken aan co-governance die artsenbetrokkenheid en professionele mobiliteit ernstig neemt. De randvoorwaarden staan in beide verhalen in neonletters: éénduidige kwaliteitsvolle primaire en secundaire (klinische) data en ICT (een gedeeld EPD en open internationale standaarden om datagedreven te kunnen werken), duidelijke, evenwichtige en transparante afspraken over de scheiding tussen professional fee en werkingskosten, en zorgvuldig verandermanagement dat hybride multidisciplinaire zorgteams ondersteunt. De belofte is niet min om te willen streven naar een systeem dat betaalbaar, voorspelbaar en veerkrachtig blijft in een vergrijzende en verzilverende maatschappelijke en demografische context. De ervaringen uit het brede bedrijfsleven leren ons dat de multidimensionale baten van de transformatie van onze Belgische ziekenhuizen en zorglandschap pas zichtbaar zullen worden na jaren van integratiewerk. Juist daarom kunnen visie, strategie en integraal leiderschap, maatschappelijk draagvlak en beleidsconsistentie, tijdens de transformatie van onze gezondheidszorg het verschil maken tussen papieren hervorming en gedragen, tastbare vooruitgang.
We zijn het aan onszelf en onze patiënten verplicht om de toekomst vorm te geven. "L'avenir n'est pas ce qui va arriver mais ce que nous allons en faire." (Henri Bergson (1859-1941 CE)).
Bronnen (selectie)
Ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL) (1995)
Op 1 januari 2022 zijn het AZ Lokeren en het AZ Nikolaas officieel samengesmolten tot VITAZ
Start van AZ Oostende op 1 november 2023
Ziekenhuis aan de Stroom (ZAS) - de historiek
A Medical Merger: Interview with GZA Ziekenhuizen CEO, Willeke Dijkhoffz & ZNA CEO, Eddy Aerts (Business Focus, 19 september 2023).
“Ziekenhuis aan de Stroom van start” (3 juli 2024) en “ZNA en GZA worden ZAS” (ZAS-persberichten en nieuws, 3 juli 2024).
Aalsterse ASZ en OLV Ziekenhuis voortaan verder als AZORG (ZORG Magazine, 6 januari 2025).
Zorgwijzer 119: interview “Sociaal ondernemerschap is durven springen” (Zorgnet-Icuro, februari 2025).
“Hervorming ziekenhuisorganisatie en – financiering” (Frank Vandenbroucke, presentatie aan de sector, 28 januari 2022).
“Een voorontwerp van wet over hervormingen in de gezondheidszorg: veel gehoorde vragen” (9 juni 2025) en “Hervormingswet goedgekeurd in eerste lezing” (Frank Vandenbroucke, 21 juli 2025).
Denmark's National Reform Programme 2022 (incl. heathcare)
Christiansen, T. (2012). Ten years of structural reforms in Danish healthcare. Health policy, 106(2), 114-119.
Het Integraal Zorgakkoord - samenwerken aan gezonde zorg (Nederland)
Fusies en concurrentie in de Nederlandse gezondheidszorg, Roos, A.F. (2018), Proefschrift, Erasmus Universiteit Rotterdam.
Ziekenhuisfusies zijn ook gewoon fusies (ESB, 11 oktober 2018)
Clustering pathology groups on hospital stay similarity (KCE)
NSIH-SSI - National surveillance of surgical site infections (Sciensano)
Zorgevaluatie en Gepast Gebruik (ZE&GG)
Less is more (Nederland)
Less is more-aanpak weer een stap verder gebracht (FMS, 4 maart 2025)