De rol van SNOMED CT in de BIHR (Belgian Integrated Health Record), de Belgian Meaningful Use Criteria (BMUC) en European Health Data Space (EHDS).

Inleiding

SNOMED CT speelt een steeds centralere rol in de digitalisering van de Belgische (Europese) gezondheidszorg. Het fungeert als nationale referentieterminologie, als semantische ruggengraat van het Belgian Integrated Health Record (BIHR), als expliciete codestandaard in de Belgian Meaningful Use Criteria (BMUC), en als één van de voornaamste bouwstenen om aan de interoperabiliteitsvereisten van de European Health Data Space (EHDS) te voldoen. In wat volgt schets ik eerst de algemene positionering van SNOMED CT in België, waarna de rol en de concrete verplichtingen voor ziekenhuizen per kader (BIHR, BMUC, EHDS) worden geanalyseerd.

1. SNOMED CT in de Belgische beleidscontext

1.1 Nationale positionering als referentieterminologie

België is sinds 2013 lid van SNOMED International; het Federaal Agentschap (FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu) treedt daarbij op als National Release Center (NRC). Het Terminologiecentrum binnen de FOD Volksgezondheid beheert de Belgische editie van SNOMED CT, inclusief vertalingen, subsets en releasebeheer.

Op de officiële eHealth-standaardensite wordt SNOMED CT expliciet aangeduid als “the principal national reference terminology”. Het Terminologiecentrum wordt daar benoemd als eerste aanspreekpunt voor “anything terminology related” in de gezondheidszorg.

Sciensano en de FOD Volksgezondheid schetsen in recente presentaties een duidelijke visie: één referentieterminologie (SNOMED CT) als fundament en “terminology hub/integrator” voor zowel primaire registratie als secundair gebruik (statistiek, financiering, onderzoek).  In dat kader wordt een Belgische SNOMED CT-editie uitgebouwd met vertalingen in Nederlands, Frans en Duits, nationale subsets voor huisartspraktijken en ziekenhuizen en mappings naar classificaties zoals WHO ICD-10/11, International Classification of Primary Care (ICPC) en WHO ICHI.

1.2 Van nationale strategie naar BIHR, BMUC en EHDS

De nationale SNOMED CT-strategie is geen losstaand project, maar wordt uitdrukkelijk gekoppeld aan:

  • het Belgian Integrated Health Record (BIHR) als structuur voor geïntegreerde zorg en gestandaardiseerde data-uitwisseling;
  • het BMUC-programma als financieel instrument om geïntegreerde, gestructureerde elektronische patiëntendossiers (EPD’s) in ziekenhuizen af te dwingen;
  • de voorbereiding op de European Health Data Space (EHDS), waarbij België expliciet streeft naar alignering met Europese en internationale richtlijnen.

Tegen die achtergrond moeten de rollen en verplichtingen rond SNOMED CT in BIHR, BMUC en EHDS worden gelezen: veel gebeurt via financierings- en standaardiseringsmechanismen, eerder dan via een afzonderlijke “SNOMED-wet”.

2. SNOMED CT en het Belgian Integrated Health Record (BIHR)

2.1 BIHR als architectuur voor geïntegreerde zorg

Het BIHR-concept, uitgewerkt in beleidsnota’s en presentaties, beoogt een geïntegreerd Belgisch gezondheidsdossier dat over zorgsettings heen toegankelijk en herbruikbaar is. Daarbij worden FHIR-gebaseerde gegevensmodellen en internationale terminologieën expliciet als randvoorwaarden genoemd voor semantische interoperabiliteit.

In recente documenten en lezingen wordt het BIHR gepositioneerd binnen het eHealth-actieplan 2022–2024 en het vervolgplan 2025–2027. De “common layers” van BIHR worden daar omschreven als: FHIR voor structuren en SNOMED CT/LOINC voor terminologie, met SNOMED CT als kernreferentieterminologie.

2.2 SNOMED CT als semantische laag van BIHR

In het SNOMED CT-implementatieprogramma van de FOD Volksgezondheid wordt BIHR expliciet vermeld als context waarin één uniforme terminologielaag noodzakelijk is om data uit verschillende instellingen herbruikbaar te maken. SNOMED CT wordt daarin omschreven als “core reference terminology in the clinical terminology ecosystem” en als basis om data "unambiguously" te interpreteren over instellingen heen.

De roadmap voorziet onder meer:

  • tegen 2025–2026: gebruik van SNOMED CT in EHR-systemen om minstens problemen, allergieën en vaccinaties te registreren;
  • vanaf 2027: gebruik van SNOMED CT om alle klinische informatie in EHR’s te capteren;
  • ontwikkeling van nationale subsets/refsets voor ziekenhuisproblem lijsten en diagnoselijsten per specialisme;
  • inzet van een nationale en lokale terminologieservers (CSIRO Ontoserver/IHTSDO Snowstorm) voor terminologiebinding en data-uitwisseling.

BIHR fungeert hiermee als architecturale “kapstok”: SNOMED CT is de taal waarin de inhoud van die geïntegreerde dossiers moet worden uitgedrukt.

2.3 Verplichtingen voor Belgische ziekenhuizen in het kader van BIHR

De jure bestaat er (op het moment van schrijven, november 2025) geen afzonderlijk koninklijk besluit of wet die louter op basis van BIHR een directe verplichting oplegt aan ziekenhuizen om SNOMED CT in al hun EPD-modules te gebruiken. De in de beleidspresentaties vermelde tijdslijnen (bv. “use SCT in eHR to capture information about patient problems, allergies, vaccination by 2026”) zijn beleidsdoelstellingen en programmatische engagementen, geen expliciete sanctiegebonden verplichtingen.

De facto ontstaat echter een sterke verplichtende werking via andere hefbomen:

  • Nationale SNOMED CT-implementatieprogramma’s, gefinancierd via EU4Health en relancebudgetten, hebben als langetermijndoel de volledige implementatie van SNOMED CT in de Belgische gezondheidszorg.
  • BIHR en eHealth-standaarden vereisen dat nieuwe gegevensstromen FHIR gebruiken in combinatie met een gecodificeerde terminologielaag, met SNOMED als aangewezen referentie.

Voor ziekenhuizen betekent dit in de praktijk:

  1. EPD-leveranciers die BIHR-conforme FHIR-profielen willen ondersteunen, zullen SNOMED CT moeten integreren voor probleemlijsten, observaties, procedures enz.;
  2. Ziekenhuizen die deelnemen aan BIHR-gerelateerde projecten en pilots, zullen in hun implementatieplannen terminologiebinding met SNOMED CT moeten voorzien.

Samengevat: BIHR creëert op dit moment vooral een strategische en technische verplichting (via interoperabiliteits- en projectvereisten), maar nog geen afzonderlijke, rechtstreeks sanctioneerbare SNOMED-CT-plicht in de wetgeving.

3. SNOMED CT en de Belgian Meaningful Use Criteria (BMUC)

3.1 BMUC als financieel sturingsinstrument voor EPD’s

De BMUC werden in 2016 gepubliceerd voor algemene ziekenhuizen en psychiatrische/andere ziekenhuizen.  Ze definiëren kern- en menufunctionaliteiten voor geïntegreerde EPD’s, met bijhorende indicatoren (teller/noemer) en maturiteitsstappen.

De BMUC zijn rechtstreeks verankerd in de ziekenhuisfinanciering:

  • Het koninklijk besluit van 6 september 2016 (wijziging KB 25 april 2002) bepaalt in artikel 61 dat, “met het oog op de realisatie [...] van het Elektronisch Patiëntendossier [...] waarvan de inhoud is gedefinieerd in de ‘Belgian Meaningful Use Criteria’ (BMUC) zoals opgenomen in bijlage 19”, een forfaitaire financiering wordt voorzien onder specifieke voorwaarden.
  • Latere adviezen van de Federale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen (FRZV) bevestigen dat de acceleratorfinanciering voor het EPD in toenemende mate afhankelijk wordt van het behalen van de BMUC-criteria.
  • Een recente omzendbrief van maart 2024 legt vast dat ziekenhuizen jaarlijks BMUC-percentages moeten rapporteren; behoud van bepaalde financiering in het budget van financiële middelen (BFM) wordt afhankelijk gesteld van deelname aan zelfevaluaties, stuurplannen en BMUC-rapportering.

Ziekenhuizen zijn dus financieel sterk geprikkeld om de BMUC te implementeren; wie de criteria niet haalt, verliest (een deel van) de EPD-financiering.

3.2 Expliciete rol van SNOMED CT in de BMUC-criteria

In de BMUC-tekst voor algemene ziekenhuizen wordt SNOMED CT op meerdere plaatsen expliciet genoemd:

1. Kernfunctionaliteit “Lijst van problemen” (probleemlijst)

De probleemlijst wordt gedefinieerd als:

  • “Een permanente en opgevolgde lijst, van Belgische SNOMED CT codes met de geïdentificeerde diagnoses of problemen, of eerdere procedures [...]”

De meting vereist dat een bepaald percentage van de ontslagen patiënten ten minste één SNOMED CT-gecodeerde vermelding heeft, of een expliciete indicatie dat er geen problemen bekend zijn. De timing voor dit criterium is gekoppeld aan de beschikbaarheid van Nederlandstalige en Franstalige SNOMED-diagnosecodes.

2. Geneesmiddeleninteracties en lokale geneesmiddelendatabanken

In de beschrijving van de functionaliteit “Geneesmiddeleninteracties” wordt gesteld dat:

  • “Lokale geneesmiddelendatabanken/formulieren moeten geannoteerd worden met SNOMED CT met het oog op de compatibiliteit tussen instellingen en beroepsbeoefenaars. Het gebruik van subsets van de nationale databanken voor referentiegeneesmiddelen zal de interoperabiliteit garanderen.”

De implementatie van deze functionaliteit is expliciet afhankelijk van de beschikbaarheid van nationale medicatie- en interactiedatabanken (zoals de SAM-databank), maar de SNOMED CT-annotatie wordt als normatief uitgangspunt naar voren geschoven.

Voor psychiatrische en andere niet-algemene ziekenhuizen verwijst de BMUC-tekst naar dezelfde logica van kernfunctionaliteiten (inclusief probleemlijst, geneesmiddeleninteracties, EPD-integratie), met de nadrukkelijke aanbeveling om de fasering en meetmethoden maximaal af te stemmen op die van de algemene ziekenhuizen.  Hoewel SNOMED CT niet opnieuw expliciet uitgeschreven wordt, wordt in de inleiding gesteld dat dit document samen moet worden gelezen met de BMUC-tekst voor algemene ziekenhuizen, waar SNOMED CT-codering wel expliciet is.

3.3 Verplichtingen voor Belgische ziekenhuizen in het kader van BMUC

Op basis van de huidige regelgeving en beleidsdocumenten kan men de verplichtingen als volgt samenvatten:

1. Financiële verplichting gekoppeld aan BMUC

Ziekenhuizen die voor EPD/EPD-acceleratorfinanciering in aanmerking willen komen, moeten aantonen dat zij een geïntegreerd EPD gebruiken conform de BMUC-kernfunctionaliteiten en –progressief – een aantal menufunctionaliteiten.

De financiering is resultaatgebonden: het behalen van BMUC-maturiteitsniveaus is een conditio sine qua non voor het behoud of de toekenning van bepaalde budgetten.

2. Impliciete SNOMED-verplichting via BMUC-inhoud

Omdat de BMUC-criteriatekst zelf voorschrijft dat:

  • probleemlijsten moeten bestaan uit Belgische SNOMED CT-codes, en
  • lokale geneesmiddelendatabanken geannoteerd moeten zijn met SNOMED CT,

wordt SNOMED CT effectief een de facto verplichting voor ziekenhuizen die aan BMUC willen voldoen.

3. Juridische kwalificatie

Juridisch gezien schrijft het KB niet letterlijk “elk ziekenhuis moet SNOMED CT gebruiken”; het koppelt echter de financiering van het EPD aan het behalen van BMUC-criteria, die op hun beurt SNOMED CT-codering verplicht stellen in de relevante functionaliteiten. In de praktijk is het voor de meeste ziekenhuizen, gezien de budgettaire impact, nauwelijks een reële optie om BMUC-conforme SNOMED-implementatie te negeren.

Kortom: in het BMUC-kader bestaat er vandaag de meest concrete en afdwingbare SNOMED-CT-verplichting voor Belgische ziekenhuizen, zij het via een financieel-regulatoir mechanisme.

4. SNOMED CT en de European Health Data Space (EHDS)

4.1 De EHDS-verordening en semantische interoperabiliteit

De EHDS is sinds 2025 vastgelegd in Verordening (EU) 2025/327. Deze verordening creëert een kader voor:

  • primair gebruik van elektronische gezondheidsgegevens (EHR’s, patiëntensamenvattingen, e-prescriptions) binnen en tussen lidstaten;
  • secundair gebruik voor onderzoek, innovatie, beleidsvorming en regelgeving.

De verordening bevat een hoofdstuk over EHR-systemen, waarin verplichtingen worden opgelegd aan fabrikanten van EHR-systemen met betrekking tot essentiële interoperabiliteitsvereisten (Annex II) en gemeenschappelijke specificaties die de Europese Commissie uiterlijk 26 maart 2027 via uitvoeringshandelingen moet vastleggen.

Artikel 36 bepaalt dat deze gemeenschappelijke specificaties rekening moeten houden met “state-of-the-art standards for health informatics and the European electronic health record exchange format”.  De verordening noemt doorgaans géén concrete terminologieën bij naam, maar schuift de keuze daarvan door naar die latere specificaties.

4.2 SNOMED CT in het EU-discours rond semantische interoperabiliteit

Hoewel de juridische tekst van de EHDS SNOMED CT niet bij naam oplegt, erkennen ondersteunende documenten van de Europese Commissie SNOMED CT wél expliciet als voorbeeld van een “backbone ontology/terminology” voor semantische interoperabiliteit:

  • In de impact assessment bij het EHDS-voorstel wordt onder indicator D3 onderzocht welke internationale terminologieën nationaal worden gebruikt. SNOMED CT wordt daar genoemd als één van de kernterminologieën (naast LOINC, WHO ATC, WHO ICD-10/11, enz.) en expliciet beschreven als optie voor de nationale “backbone terminology”.
  • De Commissie financiert via het EU4Health-programma een project met als doel de volledige implementatie van SNOMED CT in de Belgische gezondheidszorg, als onderdeel van de voorbereiding op de EHDS en bredere EU-interoperabiliteitsdoelstellingen.

Daarnaast wijzen Europese en nationale gidsen en rapporten erop dat SNOMED CT – samen met andere internationale standaarden – essentieel is om de semantische interoperabiliteitsvereisten van EHDS in te vullen. België positioneert zich in die context door SNOMED te benoemen als “core reference terminology” en de implementatie ervan expliciet te linken aan “alignment with EHDS and European/international guidelines”.

4.3 Verplichtingen voor Belgische ziekenhuizen in het kader van EHDS

De verplichtingen onder de EHDS werken op verschillende niveaus:

1. Op EHR-systeemniveau (EU-recht)

Fabrikanten van EHR-systemen moeten aantonen dat hun systemen voldoen aan de essentiële vereisten van Annex II en aan de toekomstige gemeenschappelijke specificaties (waaronder semantische interoperabiliteit en uitwisselbaarheid van prioritaire datacategorieën).  Wanneer in deze specificaties concrete terminologieën (bijvoorbeeld SNOMED CT voor diagnosen en problemen) worden vastgelegd, zullen nieuwe of geüpdatete systemen conform die vereisten moeten zijn om CE-markering te verkrijgen.

2. Op ziekenhuissniveau (EU-recht, indirect)

De EHDS legt ziekenhuizen als zorgverleners vooral verplichtingen op met betrekking tot:

  • patiënttoegang tot elektronische gegevens,
  • het delen van prioritaire datacategorieën in Europees formaat,
  • het gebruik van een conform EHR-systeem.

Deze verplichtingen zijn terminologie-neutraal geformuleerd, maar in de praktijk zal een ziekenhuis dat een EHDS-conform EHR gebruikt, aangewezen zijn op de terminologielaag die door de fabrikant en de nationale standaardisatie wordt voorzien – in België dus typisch SNOMED CT.

3. Nationale invulling in België

België gebruikt SNOMED CT als nationale referentieterminologie en werkt via BIHR en de SNOMED CT-implementatieprogramma’s toe naar brede implementatie in EPD’s. Sciensano en de FOD koppelen dit expliciet aan “alignment with EHDS”.

De facto betekent dit dat Belgische ziekenhuizen, willen zij klaar zijn voor EHDS-verplichtingen (cross-border uitwisseling, secundair gebruik en conformiteit van hun EHR’s), hun klinische gegevens steeds meer in SNOMED CT zullen moeten coderen, zeker voor probleemlijsten, allergieën en andere prioritaire datacategorieën.

4. De jure status op dit moment

Op dit ogenblik is er nog geen rechtstreeks EU-juridisch artikel dat Belgische ziekenhuizen afzonderlijk oplegt “u moet SNOMED CT gebruiken”. De verplichting ontstaat:

  • via de verplichting om een EHDS-conform, CE-gemarkeerd EHR-systeem te gebruiken, wanneer de toekomstige common specifications een terminologie zoals SNOMED CT voorschrijven; en
  • via de nationale keuze van België om SNOMED CT als standaardterminologie in te zetten.

Met andere woorden: de EHDS creëert een sterke, maar voorlopig indirecte SNOMED-verplichting die via de combinatie van EU-specs, BIHR en nationale terminologiepolitiek concreet zal worden. Het BMUC-kader zorgt vandaag al voor de meest tastbare SNOMED-verplichtingen; de EHDS zal die tendens waarschijnlijk versterken en formaliseren.

5. Synthese en conclusie

SNOMED CT vervult in België drie complementaire rollen:

1. Als nationale referentieterminologie

SNOMED CT is door de FOD Volksgezondheid en het Terminologiecentrum aangeduid als “principal national reference terminology”. Het Belgische NRC beheert een eigen SNOMED CT-editie, terminologieserver en talige refsets, met het expliciete doel om een uniform begrippenstelsel te bieden voor alle niveaus van de gezondheidszorg.

2. Als semantische ruggengraat van BIHR

Binnen het Belgian Integrated Health Record vormt SNOMED CT, samen met FHIR en andere standaarden, de semantische laag die geïntegreerde, transmurale zorgdossiers mogelijk maakt. De huidige plannen voorzien in een gefaseerde uitbreiding van SNOMED-gebruik in EHR’s (problemen, allergieën, vaccinaties, vervolgens alle klinische data), maar de rechtstreekse juridische verplichting voor ziekenhuizen is hier vooral strategisch en programmatisch en nog niet expliciet gesanctioneerd.

3. Als expliciet criterium in BMUC

De BMUC-documenten koppelen de probleemlijst en de medicatie-interactiefunctionaliteit rechtstreeks aan SNOMED CT-codering. Via KB’s rond ziekenhuisfinanciering wordt de financiering van het geïntegreerde EPD expliciet afhankelijk gemaakt van het behalen van BMUC-criteria. Hierdoor ontstaat een de facto SNOMED CT-verplichting voor ziekenhuizen die hun EPD-financiering willen behouden of versterken. Dit is vandaag de meest concrete en afdwingbare verplichting inzake SNOMED CT in de Belgische ziekenhuiscontext.

4. Als Europese interoperabiliteitsbouwsteen binnen EHDS

De EHDS-verordening zelf legt (nog) geen expliciete SNOMED CT-plicht op, maar schept een kader waarin semantische interoperabiliteit via “state-of-the-art standards” en een Europees EHR-uitwisselingsformaat verplicht is. Ondersteunende documenten van de Europese Commissie erkennen SNOMED CT als mogelijke “backbone terminology”, en België investeert via EU4Health-projecten net in de brede implementatie van SNOMED CT om aan die toekomstige vereisten te voldoen.

Voor Belgische ziekenhuizen betekent dit concreet:

  • Vandaag al verplichtend (via BMUC):
    • Voor BMUC-conforme EPD’s is SNOMED CT verplicht voor probleemlijsten en – gefaseerd – voor medicatie-interacties en annotatie van geneesmiddelendatabanken, op straffe van verlies van (een deel van) EPD-financiering.
  • Op korte tot middellange termijn (via BIHR en nationale SNOMED CT-strategie):
    • Ziekenhuizen die BIHR-conforme FHIR-profielen implementeren, zullen SNOMED CT moeten gebruiken als terminologielaag voor de betrokken klinische data.
  • Op middellange termijn (via EHDS):
    • Ziekenhuizen zullen EHR-systemen moeten gebruiken die CE-gemarkeerd zijn volgens de EHDS-essentiële vereisten en toekomstige common specifications; gezien de nationale keuze is het zeer waarschijnlijk dat SNOMED CT, als Belgische referentieterminologie, de standaardtaal blijft voor klinische inhoud.

De rode draad is dat SNOMED CT, ondanks het (nog) ontbreken van een enkele “SNOMED CT-wet”, via een combinatie van financiering (BMUC), architectuurbeslissingen (BIHR) en European governance (EHDS) evolueert van een aanbevolen naar een feitelijk onmisbare terminologie voor Belgische ziekenhuizen. De mate waarin dit een strikt juridische versus een functioneel onvermijdelijke verplichting is, verschilt per kader, maar de beleidsrichting is duidelijk: SNOMED CT wordt de taal waarin het geïntegreerde Belgische en Europese gezondheidsdossier wordt geschreven.

Bronnen (selectie)

FOD Volksgezondheid – eHealth Standards website, rubriek “concerning terminology and semantics” (SNOMED CT als principal national reference terminology).

FOD Volksgezondheid – Terminologiecentrum en SNOMED CT-pagina’s (lidmaatschap SNOMED International, rol NRC, licenties en gebruik in België).

FOD Volksgezondheid – National Terminology Server

RIZIV - Het BIHR (Belgian Integrated Health Record)

RIZIV- Be-SafeShare: multidisciplinaire elektronische gegevensuitwisseling tussen zorgverleners en patiënten (CareSets)

Sciensano / FOD Volksgezondheid – Implementation of SNOMED CT at Belgian Level en SNOMED CT National Release Center (visie, doelen 2024–2027, koppeling aan BIHR en EHDS).

Domus Medica - Belgian Integrated Health Record (BIHR) als toekomstperspectief

BMUC-documenten voor algemene ziekenhuizen en psychiatrische/andere ziekenhuizen (FOD Volksgezondheid, 2016) – inclusief passages over “Belgische SNOMED CT-codes” in probleemlijsten en SNOMED-annotatie van geneesmiddelendatabanken.

Omzendbrief BMUC 11 maart 2024 (FOD Volksgezondheid) – operationalisering van BMUC, rapporteringsplicht en koppeling aan BFM-financiering.

Koninklijk besluit van 6 september 2016 (wijziging KB 25 april 2002) – koppeling van ziekenhuisfinanciering voor EPD’s aan BMUC (bijlage 19).

Adviezen van de Federale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen (FRZV) over BMUC en EPD-financiering. (deel 2)

EU4Health projectinformatie – Towards a common used terminology for Belgium (langetermijndoel “full implementation of the terminology standard SNOMED CT in the Belgian healthcare sector.” )

Verordening (EU) 2025/327 betreffende de European Health Data Space (EUR-Lex) – bepalingen over EHR-systemen, Annex II en Article 36 over gemeenschappelijke specificaties.

Impact assessment EHDS (SWD(2022) 131) – indicator D3 over nationale implementatie van SNOMED CT en andere terminologieën.

Popular posts from this blog

Het Budget Financiële Middelen (BFM) budgettair type A (Acuut)

Belgische S2-centra voor acute beroertezorg met invasieve procedures

Hervorming van de Belgische ziekenhuisfinanciering - struikelblokken & mogelijke hervormingsscenario's en hun voor- en nadelen