De uitdagingen voor Belgische ziekenhuizen onder de hervorming van de ziekenhuisfinanciering

Inleiding 

De hervorming van de Belgische ziekenhuisfinanciering betekent een fundamentele koerswijziging in de manier waarop zorginstellingen in België worden bekostigd. Met een ambitie om het systeem transparanter, doelmatiger en rechtvaardiger te maken, introduceert de hervorming onder meer een scheiding tussen artsenhonoraria en ziekenhuisfinanciering, en een meer uitgesproken inzet op pathologiefinanciering via Diagnosis Related Groups (DRG’s). Deze beweging richting een forfaitaire en prospectieve vergoeding per opname is geïnspireerd door internationale modellen, maar wordt aangepast aan de Belgische context. Hoewel de doelstellingen legitiem zijn, zullen Belgische ziekenhuizen geconfronteerd worden met een aantal diepgaande uitdagingen die zowel organisatorisch, financieel als cultureel van aard zijn.

Financiële kwetsbaarheid en risicoverschuiving

Een van de kernpunten van de hervorming is de overstap naar een vaste vergoeding per zorgopname, op basis van een DRG-classificatie. Dit betekent dat ziekenhuizen een forfaitair bedrag ontvangen voor de behandeling van een patiënt binnen een bepaalde diagnosegroep, ongeacht de werkelijke kosten die worden gemaakt. Deze maatregel stimuleert efficiëntie, maar verlegt het financiële risico van de overheid naar de zorginstelling. Ziekenhuizen die traditioneel werken met langere verblijfsduur, complexere patiëntenpopulaties of minder gestroomlijnde zorgpaden, kunnen hierdoor geconfronteerd worden met verliezen.

De afschaffing van ereloonsupplementen als bijkomende inkomstenbron - met name in private kamers - zal voor sommige ziekenhuizen, vooral in Brussel en Wallonië, leiden tot een aanzienlijke inkomstenderving. Compensatiemechanismen zijn voorzien, maar ze zijn tijdelijk en onvoldoende structureel om het risico op financiële instabiliteit op lange termijn uit te sluiten. Kleine ziekenhuizen of instellingen met weinig schaalvoordelen kunnen hierdoor extra kwetsbaar worden.

Herstructurering van ziekenhuisnetwerken

De hervorming verplicht ziekenhuizen om te functioneren binnen zorgnetwerken die hun aanbod herorganiseren en rationaliseren. In de praktijk betekent dit dat niet elk ziekenhuis alle diensten zal blijven aanbieden, maar dat sommige functies geconcentreerd worden binnen één of enkele instellingen van een netwerk. Dit vereist een fundamentele herdenking van infrastructuur, personeel, logistiek en patiëntenstromen.

De implementatie hiervan is complex, omdat het om gevoelige keuzes gaat die raken aan lokale belangen, reputaties van instellingen, en gevestigde medische praktijken. Artsen, ziekenhuisbesturen en lokale besturen zullen hierin tot werkbare compromissen moeten komen, wat tijd en vertrouwen vergt. Tegelijk moeten de zorgcontinuïteit en bereikbaarheid voor de patiënt gegarandeerd blijven.

Verandering in de artsen-ziekenhuisrelatie

Een centrale pijler van de hervorming is de scheiding tussen artsenhonoraria (professioneel deel) en de financiering van ziekenhuiswerking. Artsen zullen hun inkomsten voortaan deels ontvangen als honorarium voor hun werk, en deels als vergoeding die toekomt aan de ziekenhuisorganisatie voor ondersteunende diensten. Dit betekent een fundamentele wijziging in het financieel ecosysteem van de Belgische zorg, waarin artsen traditioneel een grote autonomie hadden en structureel een deel van hun honorarium dienden af te dragen om een ziekenhuis mee te financieren (retrocessie).

Deze verschuiving vereist nieuwe governance- en samenwerkingsmodellen tussen artsen en ziekenhuizen. Het vraagt om transparante afspraken over kostentoerekening, resultaatverantwoordelijkheid en gezamenlijke beleidsvorming. De kans op spanningen is reëel, zeker in situaties waar belangen uiteenlopen. Tegelijk biedt het kansen voor meer geïntegreerd beleid, waarbij medische en administratieve leiding samen verantwoordelijkheid opnemen voor kwaliteit, doelmatigheid en patiëntgerichtheid.

Digitale maturiteit en databeheer

Voor een correct werkend DRG-systeem is een robuuste en kwaliteitsvolle registratie van medische en financiële data essentieel. De ziekenhuisadministraties moeten in staat zijn om zorgactiviteiten nauwkeurig te coderen, kostprijzen te bepalen, en outcome-data te rapporteren. Veel ziekenhuizen beschikken nog niet over voldoende geïntegreerde IT-systemen of datavaardigheden om aan deze vereisten te voldoen.

De hervorming zet dus sterk in op een versnelling van digitalisering, datakwaliteit en transparantie. Dit betekent echter ook aanzienlijke investeringen in technologie, opleiding en procesoptimalisatie. In het bijzonder kleinere instellingen of ziekenhuizen zonder academische achtergrond kunnen hier voor structurele uitdagingen komen te staan.

Druk op kwaliteit en prestatiemetingen

Naast efficiëntie en kostenbeheersing wil de hervorming ook kwaliteitsverbetering realiseren. Daarom worden pay-for-performance- en pay-for-quality-initiatieven ingevoerd (P4P, P4Q), waarbij ziekenhuizen een financiële beloning kunnen krijgen voor het behalen van bepaalde kwaliteitsindicatoren. Dit veronderstelt echter dat die kwaliteit op een valide, betrouwbare en eerlijke manier kan worden gemeten en volgens wetenschappelijk onderbouwde internationale standaarden (ICHOM, ...).

De uitdaging hier ligt in het vermijden van administratieve overlast, het voorkomen van perverse prikkels (zoals selectie van patiënten, "lemon dropping", "cherry picking"), en het realiseren van een echte cultuur van kwaliteitszorg. Selectie van patiënten zorgt ervoor dat zorgverleners zich meer richten op patiënten met betere prognoses, waardoor de zorg voor de zwakkeren achterblijft. Ziekenhuizen zullen hierin niet alleen systemen moeten bouwen, maar ook professionals moeten meekrijgen in een visie die gericht is op samenwerking, transparantie en verbetering.

Tot slot

De hervorming van de Belgische ziekenhuisfinanciering is zonder meer een van de meest ambitieuze hervormingen in decennia. Ze is noodzakelijk om een antwoord te bieden op demografische ontwikkelingen zoals vergrijzing, verzilvering en 'workforce depletion', technologische evolutie, stijgende kosten en veranderende verwachtingen van de patiënten. Tegelijk is het traject bijzonder veeleisend voor de Belgische ziekenhuizen zelf. Financiële risico’s nemen toe, structuren moeten herschikt worden, artsenrelaties veranderen, en nieuwe digitale en kwaliteitsstandaarden worden opgelegd.

Het slagen van deze hervorming zal dus niet enkel afhangen van de beleidsarchitectuur op federaal niveau, maar vooral van het vermogen van ziekenhuizen om deze transformatie operationeel, cultureel en financieel te vertalen naar de praktijk. Ondersteuning, professionalisering, dialoog en gefaseerde implementatie zullen hierin essentieel zijn. Alleen dan kan deze hervorming leiden tot een duurzame verbetering van de ziekenhuiszorg in België in het belang van zowel de zorgprofessionals als de patiënten.

Bronnen:

Hervorming van het ziekenhuislandschap en de ziekenhuisfinanciering

KCE Rapport 178A (2012)

Hoe het nationale ziekenhuisbudget onder controle houden bij het invoeren van een nieuwe financiering? (KCE)



Popular posts from this blog

Het Budget Financiële Middelen (BFM) budgettair type A (Acuut)

Belgische S2-centra voor acute beroertezorg met invasieve procedures

Hervorming van de Belgische ziekenhuisfinanciering - struikelblokken & mogelijke hervormingsscenario's en hun voor- en nadelen