Hervormingskader voor de Belgische Gezondheidszorg – Een Analyse van het Voorontwerp van de Kaderwet van Minister Frank Vandenbroucke
Inleiding
De Belgische gezondheidszorg staat onder druk. Ondanks een rijke traditie van solidariteit en toegankelijkheid, kampen we met groeiende financiële tekorten, versnippering, bureaucratische overlast en een moeilijk bestuurbaar overlegmodel. Minister Frank Vandenbroucke (Vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Armoedebestrijding) heeft met zijn voorontwerp van de kaderwet zoals toegelicht in de memorie van toelichting – een ingrijpend en ambitieus hervormingspakket op tafel gelegd. Dit ontwerp hertekent fundamenteel de manier waarop de begroting, de akkoorden met zorgverleners en de responsabilisering binnen het RIZIV worden georganiseerd.
Hieronder probeer ik om de fundamentele principes en hoofdlijnen van deze hervorming te schetsen, samen met de problemen die men ermee wil oplossen en de uitdagingen die deze hervorming met zich meebrengt.
Fundamentele principes en hoofdlijnen van de hervorming
De hervorming van minister Vandenbroucke steunt op vier kernprincipes:
Versterkte budgettaire discipline en transparantie
Het begrotingsproces van de gezondheidszorg wordt herzien en verfijnd. Er komt een bindende opdrachtbrief van de Ministerraad uiterlijk tegen 20 juli, die de beleidsprioriteiten uitzet. Alle sectorale voorstellen en ramingen moeten tijdig beschikbaar zijn (uiterlijk 30 juni) om een gefundeerde voorbereiding mogelijk te maken.
Indien de opdrachtbrief uitblijft, kan het Verzekeringscomité alsnog op eigen kracht een begrotingsvoorstel indienen. Hierdoor wordt versnippering en willekeur binnen het proces tegengegaan.
Striktere responsabilisering bij budgetoverschrijdingen
Bestaande mechanismen worden aangescherpt: zodra een niet gerechtvaardigde significante overschrijding van een (partiële) begrotingsdoelstelling dreigt, moeten er correctieve maatregelen volgen. Dit kan sectoroverschrijdend zijn, wat inhoudt dat ook andere sectoren dan degene waar de overschrijding zich voordoet, moeten bijdragen aan het herstel van het evenwicht.
Hervorming en uniformisering van het conventiesysteem
Er wordt een nieuw model van conventionering geïntroduceerd dat eenvormig is voor alle zorgsectoren. Akkoorden kunnen voortaan enkel op nationaal niveau worden gesloten, met strikte termijnen voor onderhandelingen en goedkeuring. Indien geen akkoord tot stand komt, kunnen het Verzekeringscomité of de minister zelf een toetredingsdocument opstellen. Tegelijk worden de voordelen voor geconventioneerde zorgverleners versterkt: premies en tegemoetkomingen zijn voortaan enkel voor hen beschikbaar.
Modernisering en vereenvoudiging van terminologie en procedures
Verspreide bepalingen in de wet worden samengebracht, termen worden geüniformiseerd, en de procedure voor het vastleggen van akkoorden, toetreding en tariefregels wordt systematisch gestroomlijnd. Regionale akkoorden worden afgeschaft om coherentie op nationaal niveau te garanderen.
Welke problemen worden hiermee aangepakt?
Minister Vandenbroucke wil met deze hervorming structurele problemen in het Belgische gezondheidszorgmodel aanpakken:
Trage en inefficiënte begrotingsopmaak
Door het ontbreken van een duidelijke, vooraf vastgelegde beleidsrichting liepen begrotingen vaak achter op de feiten. Dit leidde tot ad-hoc beslissingen en beperkte sturing op gezondheidsdoelen.
Onvoldoende controle op uitgaven
Budgetoverschrijdingen konden lange tijd zonder directe gevolgen plaatsvinden. De hervorming introduceert snellere detectie en automatische activering van responsabiliseringsmaatregelen bij dreigende overschrijdingen.
Verouderde en inconsistente afsprakenmodellen
De verscheidenheid aan akkoorden en regionale verschillen veroorzaakte rechtsonzekerheid, complexiteit en onevenwichtigheden tussen zorgverleners. De nieuwe aanpak brengt uniformiteit en rechtszekerheid.
Gebrek aan responsabilisering van zorgverleners
Het oude systeem liet toe dat zorgverleners zonder conventiestatus toch van RIZIV-steun genoten. Voortaan worden bonussen en voordelen gekoppeld aan daadwerkelijke toetreding tot akkoorden.
Uitdagingen voor de toekomst
Hoewel deze hervormingen fundamenteel zijn, brengen ze ook een reeks niet te onderschatten uitdagingen met zich mee:
Politieke en sectorale weerstand
De verschuiving naar meer centrale sturing en conditionele steunmaatregelen kan (nog) op weerstand stuiten van zorgverleners en belangengroepen die hun autonomie of verworven rechten aangetast zien.
Operationele complexiteit bij implementatie
De nieuwe begrotingscyclus vereist tijdige en betrouwbare data, sectorale input en interdepartementale afstemming. Dit vergt een hoge mate van organisatorische maturiteit binnen het RIZIV en de federale administratie.
Reële impact op zorgaanbod en toegankelijkheid
Als besparingen via doelmatigheid niet snel worden gerealiseerd, kunnen knelpunten ontstaan in het zorgaanbod of in de betaalbaarheid voor kwetsbare groepen.
Afstemming met deelstaten en federale entiteiten
Gezien de gedeelde bevoegdheden inzake preventie en gezondheidszorg, vergt de hervorming intensieve coördinatie met de gemeenschappen en gewesten. Het risico bestaat dat federale ingrepen onvoldoende synergie opleveren zonder aangepaste samenwerking.
Tot slot
Het voorontwerp van de kaderwet van minister Frank Vandenbroucke is geen bescheiden technische bijsturing, maar een strategische hertekening van het governance- en financieringssysteem van de Belgische gezondheidszorg. Door duidelijke prioritering, responsabilisering en harmonisatie van akkoorden wil de minister grip krijgen op het systeem en het klaarstomen voor toekomstige uitdagingen zoals vergrijzing, chronische zorg en financiële houdbaarheid. Toch zal de ware waarde van deze hervorming pas blijken uit de mate waarin ze effectief gedragen wordt door het veld en zich vertaalt in duurzame verbetering van zorgkwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid. De ambities zijn groot - de uitvoering zal cruciaal zijn.
Bronnen:
Federale 6de bestuursovereenkomst 2022-2025 tussen de Staat en het Rijksinstituut voor ziekte-en invaliditeitsverzekering (RIZIV) (Artikel 25, Artikel 25 is een voortzetting van artikel 19 en artikel 20 van de eerste wijzigingsclausule 2019-2020 bij de 5de Bestuursovereenkomst 2016-2018, van artikel 24 en artikel 25 van de 2de wijzigingsclausule 2021 bij de 5de Bestuursovereenkomst 2016-2018.).