Organisatie van acute, niet-planbare zorg en electieve geplande zorg in een Belgisch ziekenhuis - invloed op het zorgproces en het Budget Financiële Middelen (BFM)
Inleiding
Hieronder doe ik een bescheiden poging impact van acute, niet-planbare zorg (vb. cardiologie/oncologie in een acute setting) en electieve, planbare zorg (vb. schouder-, knie-, heupingrepen) op de zorgprocessen én op het Budget Financiële Middelen (BFM) van een Belgisch algemeen ziekenhuis.
Acute, niet-planbare zorg: proces- én BFM-impact
Acute zorg (spoed, AMI, CVA, traumatologie, urgente oncologische trajecten, INZO, ...) vereist 24/7-beschikbaarheid, korte doorlooptijden, “stand-by” capaciteitsbuffers en sterke interdisciplinaire coördinatie en organisatie. Operationeel vertaalt dit zich in continu bemande teams (spoed, cathlab call-rondes, interventionele radiologie, INZO, ...), observatie-/short-stay-bedden en snelle (klinische) diagnostiek. Financieel rust een groot deel van de vaste kostenlast op het BFM (A- en B-onderdelen): investeringen/kapitaal (A), algemene werkingsmiddelen (B1), en dienst-/case-mix-afhankelijke verdelingen (B2). het KCE schetst het BFM als een (half)gesloten budget met delen A, B (B1 “gemeenschappelijke” en B2 “dienstspecifieke/activiteit-gerelateerde” componenten) en C (correcties), waarbij spoed/acute diensten historisch evolueerden van louter “bedden/omvang” naar (meer) activiteit-gebaseerde verdeelsleutels. Dit creëert structurele financiering voor beschikbaarheid, maar met beperkte marginale prikkels op piekbelasting - waardoor cross-subsidies uit andere BFM-lijnen blijven bestaan.
Specifiek voor spoedzorg toont KCE dat de organisatie en betaling van spoeddiensten (ED, ER, SEH) in België stoelt op BFM-componenten, met een toenemende koppeling aan gemeten activiteit. Dat ondersteunt 24/7-toegang, maar maakt ziekenhuizen gevoelig voor “onvoorspelbaar volume” (variabiliteit) en “crowding”, wat downstream bed-management en OK-planning beïnvloedt (uitgestelde opnames/doorstroom).
Intensieve zorgen en kritieke cardiologie voegen hoge vaste kost toe (personeel, apparatuur, stand-by), grotendeels gedekt in BFM-lijnen (A3 apparatuur; B-onderdelen voor werking). Recente technische noten (2024–2025) illustreren hoe B-onderdelen en indexaties/correcties worden bijgestuurd (o.a. P4P, cybersecurity, zorgpersoneelsfonds), wat de “cash-flow” van acute diensten beïnvloedt maar de 24/7-verplichting intact laat.
Voor acute cardiologie (STEMI) is de infrastructuur gecentraliseerd (Percutane Coronaire Interventie (PCI)-bevoegde centra) en netwerk-gebaseerd. Historische KCE-analyses plaatsen België in de kopgroep qua invasieve cardiologie met beperkt aantal PCI-centra, wat schaal en permanentie vergt en dus BFM-gedragen beschikbaarheidskosten legitimeert; tegelijk blijft variatie in praktijk en doorverwijzing relevant voor kwaliteits- en kostensturing.
Ook “acute” oncologie (vb. febriele neutropenie, spoedindicaties voor decompressie/ect.) leunt op die 24/7-zorgprocesketen, terwijl de reguliere oncologische behandeltrajecten in grote mate via RIZIV-forfaits (dagziekenhuis) en honoraria worden gefinancierd (buiten BFM). Dat spanningsveld - BFM voor beschikbaarheid, RIZIV-forfaits voor behandeling - vereist strak zorgproces-ontwerp om onnodige spoedinstroom te vermijden.
Electieve, planbare zorg: proces- én BFM-impact
Electieve orthopedie (schouder, knie, heup) is bij uitstek planbaar en gestandaardiseerd. België schuift deze ingrepen steeds vaker naar dagchirurgie/verkorte verblijven, gestuurd door beleid en evidentie (KCE-rapport dagchirurgie) en door Enhanced Recovery After Surgery (ERAS)-paden. Het BFM dekt de infrastructuur en “basiswerking”, terwijl de per-case inkomsten grotendeels via honoraria/forfaits lopen; voor “laagvariabele zorg” (LVZ) gelden uniforme, prospectieve bedragen per patiëntengroep, los van het ziekenhuis, wat de prikkel versterkt om efficiënt te organiseren (korte Length Of Stay (LOS), weinig variatie) en volume-capaciteit in balans te houden.
ERAS (Enhanced Recovery After Surgery) is een protocol voor versneld herstel na een operatie dat patiëntgerichte, multidisciplinaire zorgprocessen combineert om het herstel te optimaliseren. Het doel is om de chirurgische stressrespons te verminderen door middel van evidence-based zorg (EBM/EBP), zoals vroege voeding en mobilisatie, om complicaties te beperken en de duur van het ziekenhuisverblijf te verkorten
Concreet: de RIZIV-hervorming voor LVZ zet vaste globale bedragen per verblijf voor geselecteerde ingrepen (lage variabiliteit), en neutraliseert zo overconsumptie-prikkels; dat dwingt tot gestroomlijnde pre-admissie, zorgproces-standaardisatie en dagbehandeling waar veilig mogelijk. Voor diagnostiek zijn er bijkomende forfaitaire honoraria (klinische biologie, medische beeldvorming) per dag/opname, die procesmatig baat hebben bij “just-in-time” sampling en bundeling.
Orthopedie illustreert het effect van ERAS-paden: kortere verblijfsduur, minder complicaties en hogere doorstroom, wat het variabele BFM-deel (verpleegdag-gerelateerd) drukt en de efficiëntie van operatie-kamers en bedden verhoogt. Dit past bij de LVZ-logica (zelfde vergoeding, dus efficiëntie betekent marge). Internationale syntheses bevestigen het voordeel van ERAS voor Totale Heupprothese (THP)/Totale Knieprothese (TKP) en de opmars van (selectieve) “same-day”-arthroplastiek.
Oncologische dagopnames en netwerkcontext
Oncologische zorg in België is georganiseerd via erkende zorgprogramma’s “oncologische basiszorg” en “oncologie”, met verplichte MOC’s (multidisciplinair oncologisch consult) en borstklinieken. De financiering van veel oncologische dagbehandelingen verloopt via RIZIV-forfaits (basiszorg, maxi-forfaits mono/combitherapie, pediatrische varianten); het toezichts-honorarium dekt de medische begeleiding tijdens de daghospitalisatie. Voortraject en organisatie (MOC, registratie, kwaliteitsindicatoren) zijn expliciet gereguleerd en beïnvloeden P4P-punten. Procesmatig vraagt dit om hoogfrequente, voorspelbare dagtrajecten met minimale doorlooptijd en lage no-show/annulatiegraad.
Daarnaast verschuiven delen van oncologie naar thuishospitalisatie (forfaits voor initiatie, coördinatie, toezicht), wat acute druk op dagziekenhuis en spoed kan dempen mits goede selectie, logistiek (apotheekbereiding) en opvolging.
Wat betekent dit voor het totale ziekenhuisbudget?
Op macroschaal bekostigt België ziekenhuizen hybride: BFM (vaste middelen voor infrastructuur/werking) + honoraria/forfaits (RIZIV) + farmaceutica/patiëntbijdrage. Publieke samenvattingen tonen dat omzetten grofweg verdeeld zijn over BFM (+/- een derde), honoraria (+/-40%), farmaceutica, RIZIV-forfaits enz. De budgettaire dynamiek is dus: acute beschikbaarheid is structureel BFM-gedekt (maar met beperkte marginale prikkels), terwijl planbare trajecten vooral via uniforme per-case vergoedingen en forfaits lopen (efficiëntieprikkels). Organisatorisch moet je kruissubsidiëring en capaciteitscompetitie tussen acute en electieve stromen actief managen.
Recente technische BFM-noten (2024–2025) illustreren indexaties, nieuwe lijnen (bv. data capabilities, cybersecurity) en correcties, en tonen hoe B1/B2-bedragen en open/sluit-bed-parameters doorwerken. Voor vervoer en interhospitaal-beleid worden specifieke bedragen toegevoegd/verschuiven tussen lijnen; dat beïnvloedt vooral acute netwerkinzet en doorstroom.
Mogelijke organisatie van processen (acute versus electieve)
1) Organiseer gescheiden maar verbonden stromen (“flow segregation”).
Acute zorgproces-stroom: spoed-triage met “fast-track” voor laagcomplexe gevallen, aparte observatie-/short-stay-unit, bed coördinatie in real-time, 24/7 diagnosetekens (lab/beeldvorming) met SLA’s, cathlab-/OK-blokken voor urgente cases (protected capacity), INZO-escrow-bedden en netwerkafspraken (STEMI-doorverwijzing). Dit beperkt spoeddienst-boarding en bewaakt BFM-gedekte beschikbaarheid.
INZO-escrow-bedden zijn gereserveerde intensieve-zorgbedden die je vrij (onbezet) en inzetklaar houdt voor onvoorziene, acute opnames (bv. een STEMI met shock, sepsis, onverwachte post-OK complicatie). Je “parkeert” die capaciteit dus niet voor electieve cases; ze is ringfenced/protected om pieken op te vangen en ED-boarding te beperken.
Electieve zorgproces-stroom: aparte dagziekenhuis-/chirurgisch centrum-flow, pre-admissiekliniek (medicatie-/anesthesiescreening, patiënteducatie), strikte case-cart-standaardisatie, en “scheduling discipline” (blokkenschema’s met S\&OP). Dit sluit aan bij LVZ-/forfaitlogica en maximaliseert throughput en voorspelbaarheid.
Een blokkenschema’s met S&O betekent dat je de OK-planning in blokken organiseert én die planning stuurt via een S&OP-cyclus (Sales & Operations Planning) zoals men dat in industrie/logistiek doet - maar dan vertaald naar het ziekenhuis.
Wat is S&OP in een ziekenhuiscontext?
“S&OP” betekent vraag- en aanbodplanning in een vaste maandcyclus:
- Vraag (Sales) : verwachte caseload per dienst: wachttijd/wachtlijst, seizoenseffecten, prioriteit (P1–P4), lengteduur ingreep, verwachte LOS/ICU-nood.
- Aanbod (Operations) : OK-tijd, anesthesie, verpleegteams, bedden (afdeling/ICU), dagziekenhuis‐stoelen, beeldvorming, apotheekcapaciteit.
Hoe ziet zo’n S&OP-cyclus eruit?
- Forecast & data (wekelijks/maandelijks): update wachttijden, case-duurdistributies, no-show/annulatieratio, bedbezetting, ICU-schaduw.
- Capacity review: check personeelsroosters, OK-beschikbaarheid, bed/ICU-buffers, dagziekenhuis-stoelen.
- Reconciliation meeting (maandelijks): chirurgie, anesthesie, verpleegkundig beheer, bedcoördinatie en spoed beslissen samen over:
- herverdeling van blokken (onder-/overperformers),
- urgentiereserve per dagdeel,
- slotting van high-LOS of iNZO-risico cases op dagen met voldoende bedbuffer,
- seizoenscorrecties (bv. schoolvakanties, griepseizen, ...).
- Exec sign-off: korte beslissingsovereenkomst + KPI’s voor de volgende periode.
- Rolling horizon: elke week kleine bijsturingen; elke maand herplanning voor de volgende 6–12 weken.
- Maandagochtend blijft urgentblok (ongevuld) voor add-ons en acute herplanningen.
- Orthopedie krijgt di/do-ochtenden; neurochirurgie woensdagnamiddag; complexe cases met kans op INZO gaan op dagen met lage ICU-bezetting (gebaseerd op forecast).
- Teams die structureel <85% blokbenutting of >15% overloop/annulatie halen, leveren blokken in; teams met stabiele doorlooptijden krijgen extra blokken.
- Blokbenutting (% van geplande bloktijd effectief gebruikt)
- Start-on-time en turnover-tijd
- Annulatie- en no-show-ratio (dag-, avond-, weekend)
- Add-on-cases in urgentblok vs. ‘inbreken’ op electief
- LOS en bed/INZO-boarding-uren post-OK
- Wachtlijst/wachttijd per dienst en prioriteit
- Case-duur voorspellingsfout (planned vs. actual)
2) Standaardiseer via klinische paden en ERAS.
Voor planbare TKP/THP en andere orthopedische ingrepen: multimodale analgesie, vroege mobilisatie, ontslagcriteria, thuiskit/teleopvolging. Resultaat: kortere LOS, lagere complicatie-/readmissie-kans, betere benutting van bedden/OK en een financieel voordeel in een systeem met vaste per-case vergoedingen.
3) Optimaliseer oncologische dagopnames.
Plan chemotherapiesessies in “waves” (ochtend/middag), voorspelbare infuus-duraties, parallelle farmacie-bereiding, en MOC-/P4P-compliance ingebed in het EPD (registratie, checklists). Monitor no-shows en verplaatsingen om farmaceutische verspilling te vermijden. Integreer thuishospitalisatie waar evidence-based (EBM/EBP), met strakke wetenschappelijk onderbouwde criteria en logistieke afspraken (apotheek, thuisverpleging, monitoring).
4) Regionale netwerkafspraken en capaciteitsplanning.
Werk binnen het wettelijk kader van locoregionale ziekenhuisnetwerken: acute referenties (PCI, INZO), doorverwijzing/terugverwijzing, en gedeelde capaciteitsdashboards. Gebruik prognose-/simulatiemodellen voor bedcapaciteit en spoedinstroom, en maak “mutual aid”-afspraken om pieken op te vangen (interhospitaal vervoer - nu met specifieke BFM-lijn).
5) Datagedreven sturing en P4P-indicatoren.
Koppel flow-metrics (doorlooptijd spoed, boarding-uren, LOS, dagziekenhuis-turnover, annulatieratio) aan BFM- en RIZIV-stromen (process mining, statistisch proces controle (SPC)). Zorg dat kwaliteitsindicatoren (bv. MOC-dekking, borstkliniekindicatoren) automatisch rapporteren voor P4P.
6) OK- en bedplanning als gezamenlijke S\&OP-cyclus.
Eén maandelijks scenario-overleg (chirurgie, anesthesie, verpleeg, bed-coördinatie, spoed) bewaakt de verhouding geblokkeerde acute capaciteit versus electieve blokken; hanteer “rolling horizons” en herverdeel blokken op basis van performance (start-on-time, turnover-tijd, case-duur-voorspelling). Dit vertaalt de financiële prikkels (LVZ/forfaits) naar dag-dag aansturing.
7) Juridisch-financiële compliantie borgen.
Respecteer LVZ-regels en oncologie-specifieke honoraria (geen dubbele aanrekening consult bovenop toezichtshonorarium dagziekenhuis; MOC alleen bij maligne diagnoses; correcte registratie). Zo vermijd je terugvorderingen en bescherm je marges.
Tot slot
Acute (niet-planbare) zorg vraagt structurele BFM-gedekte “stand-by” en robuuste doorstroom. Organiseer protected capacity, snelle diagnostiek en netwerkafspraken (PCI/INZO).
Electieve planbare zorg rendeert in efficiëntie: standaardiseer (ERAS/dagchirurgie), scheid flows, optimaliseer planning - dit past bij LVZ en forfaitaire vergoedingen.
Oncologie combineert netwerk- en MOC-verplichtingen met dagziekenhuis-/thuishospitalisatie-forfaits - organiseer strak met datagedreven MOC-/P4P-compliance.
Architecturaal en procesmatig scheiden van acute (niet-planbare) zorg en electieve planbare zorg zoals reeds in AZ Monica (Antwerpen) en gepland in AZ Sint-Lucas en AZ Jan Palfijn (Gent).
Bronnen
Structuur en bijsturingen van het BFM (technische noten 2024–2025, FOD Volksgezondheid).
KCE over spoedfinanciering/organisatie en BFM-opbouw (A/B/C; B1/B2; activiteit).
STEMI/PCI-organisatie in België (historische centralisatie en variatie).(KCE)
Dagchirurgie/orthopedie: KCE-rapport “Proposals for a further expansion of day surgery in Belgium” - ERAS-evidence. (KCE)
LVZ-hervorming en forfaitaire logica; forfaitaire honoraria diagnostiek. (RIZIV)
Oncologische zorgprogramma’s, MOC, borstkliniek-/P4P-indicatoren, en oncologische dagforfaits (RIZIV; omzendbrieven 2023–2025). (OECD)
Thuishospitalisatie oncologie/antimicrobieel (RIZIV)
Oncologisch consult en opname in het dagziekenhuis (RIZIV)
Macro-financieringsmix (BFM/honoraria/forfaits/farmaceutica) – publieke FOD-samenvatting (FOD VVVl)
Belgium - Health system review - Netwerkvorming (WHO/HiT: locoregionale netwerken) Health Systems in Transition Vol. 22 No. 5 2020) (KCE, WHO)