Hoe SNOMED CT, LOINC en process mining samen DRG-zorgpaden optimaliseren in Belgische ziekenhuizen

Inleiding

Belgische algemene ziekenhuizen balanceren elke dag drie belangen: (1) betere uitkomsten voor patiënten, (2) efficiënte, voorspelbare zorgprocessen, en (3) financiële duurzaamheid binnen het Budget Financiële Middelen (BFM). Een krachtige manier om die drie te koppelen is het verbinden van gestandaardiseerde terminologie (SNOMED CT en LOINC) met process mining op DRG-gegroepeerde verblijven. Zo ontstaat één datagedreven cyclus: klinische taal → betrouwbare data → inzicht in het échte zorgpad → gerichte verbetering → meetbaar effect op uitkomst én BFM.

Beleids- en financieringskader: waarom DRG en BFM ertoe doen

België gebruikt APR-DRG als casemix-systeem. APR-DRG deelt verblijven in volgens klinische gelijkenis en voegt er Severity of Illness (SOI) en Risk of Mortality (ROM) aan toe (elk in 4 klassen), die een sterke link hebben met gebruik van middelen en uitkomsten. 

Het BFM is de grootste enkele inkomstenbron van ziekenhuizen (ca. 37% van de omzet in 2023), en het onderdeel B2 is daarin het omvangrijkst (±36% van het BFM in 2023; budget voor o.a. verpleging, niet-medisch personeel en medische producten). Optimalisatie van zorgpaden beïnvloedt dus rechtstreeks de BFM-parameters via casemix, ligduur en resource-inzet. 

De Belgische APR-DRG-grouper is gekoppeld aan ICD-10-BE (ICD-10-CM/ICD-10-PCS) en nationale registraties; zorgvuldige en volledige klinische documentatie is essentieel om SOI/ROM correct te berekenen. 

De semantische basis: SNOMED CT en LOINC als “taal van de data”

  • SNOMED CT is de klinische terminologie met een Belgisch National Release Center en tweetalige (NL/FR) refsets; ze ondersteunt eenduidige, analyseerbare probleem-, diagnose-, procedure- en contextregistratie. 
  • LOINC is de internationale standaard voor labo- en observatiecodes en vormt in de EU het aanbevolen vocabularium voor gestandaardiseerde labo-uitwisseling. Inzetten van LOINC + UCUM-eenheden maakt trends en drempels (bv. sepsisbepalingen) vergelijkbaar tussen afdelingen en ziekenhuizen. 

Door SNOMED CT (kliniek) en LOINC (metingen) consequent te gebruiken, ontstaat een semantische brug tussen het primaire EPD en de secundaire processen (groepering, kwaliteitsrapportering, process mining).

De datalaag voor process mining

Process mining heeft event logs nodig met per casus (case id = opname/Verblijfsnummer) tijdgestempelde activiteiten. Voor DRG-zorgpaden in België volstaat doorgaans:

  • Case id: verblijf-id, DRG/SOI/ROM, dienst, arts.
  • Events: opname, triage, diagnostiek (orders/uitslagen via LOINC), medische beeldvorming, consulten, ingrepen, medicatie-momenten, transfers, ontslag (ADT).
  • Attributen: SNOMED-gecodeerde problemen/complicaties, vitale parameters, risico-scores, verbruiken (verpleegminuten, materialen), ligduurdagen.

Met die logs uit het datawarehouse van een EPD/LIMS kan je het werkelijke klinische pad (as-is) ontdekken, (ongewenste) variatie zichtbaar maken en toetsen aan een designed care pathway (conformance checking). 

Methodiek: in 6 stappen naar een lerend DRG-zorgpad

1. Cohortdefinitie op kliniek, niet op papier

Definieer het DRG-cohort met SNOMED CT-expressies (bv. community-acquired pneumonie, hartfalen) en koppel het aan de officiële APR-DRG/SOI/ROM van het verblijf in het ziekenhuis. Zo krijg je klinisch zuivere groepen én behoud je de link met financiering van het ziekenhuis  (Minimale Ziekenhuis Gegevens (MZG) en het het Budget Financiële Middelen (BFM)). 

2. Datakwaliteit en mapping voor groepering

Zet kwaliteitsvol, efficiënt en effectief terminologiebeheer op: SNOMED CT/LOINC in het EPD, beheer van refsets, en mapping naar ICD-10-BE (ICD-10-CM/ICD-10-PCS) waar nodig (voor de APR-DRG grouper). Voeg clinical documentation improvement (CDI)-regels toe die ontbrekende comorbiditeiten of complicaties detecteren (bv. acute nierinsufficiëntie, ondervoeding), omdat die de SOI/ROM beïnvloeden (case-mix) en uiteindelijk de Minimale Ziekenhuis Gegevens (MZG) en het het Budget Financiële Middelen (BFM). 

3. Event logs bouwen en valideren

Bouw één centrale, herhaalbare extractie vanuit het EPD-datawarehouse naar een event log (HL7 FHIR-brongegevens → log). Valideer op tijdstempels (time stamps), volgorde en case-identificatie; onbetrouwbare logs leiden tot verkeerde conclusies. 

4. Procesontdekking en variatie-analyse

Ontdek het reële klinische pad doorheen het ziekenhuis per DRG: doorlooptijden (opname, triage→eerste AB-dosis; eerste contact cardiologie; order→resultaat), rework (herhaalde labo’s/CT’s), wachttijden (transfer naar INZO), en afwijkingspatronen die samenhangen met hogere SOI/ROM of langere ligduur. 

5. Klinische en financiële KPI’s koppelen

Koppel proces-metrics aan uitkomstindicatoren (sterfte, (vermijdbare) complicaties, (vermijdbare) heropnames, functionele uitkomst) en BFM-relevante indicatoren (ligduur, verpleeginzet (VG-MZG), materiaalbudgetten, casemix-profiel). Zo zie je welke variatie klinisch en financieel “kost”. 

6. Interventies ontwerpen en effect meten

Voorbeelden: gestandaardiseerde ordersets (SNOMED CT/LOINC-gecodeerd), time-to-antibiotics als procestarget, early mobilization bij orthopedie, transfercriteria naar intensieve (INZO). Meet het effect op SOI/ROM-gecorrigeerde uitkomsten en op BFM-determinanten ((on-)verantwoorde ligduur, inzet verpleegkundige zorg (VG-MZG)). 

KPI’s: één meetkader voor patiënt én BFM

Klinische KPI’s (DRG-gesegmenteerd en SOI/ROM-gecorrigeerd): sterfte, complicaties (SNOMED CT-gecodeerd), heropname, tijd-tot-kritieke interventie, PROMS waar beschikbaar. Proces-KPI’s: doorlooptijden, wachttijden, onnodige variatie, rework. BFM-KPI’s: casemixprofiel van het ziekenhuis (APR-DRG-verdeling en SOI/ROM), gemiddelde ligduur, inzet verpleging en materialen (relevant voor B2), en benutting van kapitaalintensieve apparatuur (A3-context). 

Mini-case (schets): pneumonie

  • Cohort: SNOMED CT “bacteriële pneumonie” + LOINC-codes voor CRP, lactaat, bloedculturen → koppeling aan verblijven met pneumonie-APR-DRG; segmentatie op SOI/ROM.
  • Analyse: process mining toont variatie in time-to-first-antibiotic en in wachttijd radiografie. Ziekenhuis A heeft mediane time-to-AB 3:10 u, Ziekenhuis B 1:25 u.
  • Interventie: standaard triage-orderbundel (LOINC-gecodeerde labs) en first-dose op spoed (SEH).
  • Effect: daling ligduur en complicaties bij gelijke of hogere SOI; minder rework (dubbele labs). Dit verbetert uitkomsten en drukt kosten die via BFM-parameters (B2, casemix/LOS) doorwerken. (Voor Belgische pneumonie-casemix en impact zie recente studies en KCE-kaders.) 

Randvoorwaarden: governance, standaardisatie en adoptie

  • Terminologie-governance: kwalitatief, efficiënt en effectief beheer van de Belgische SNOMED CT-refsets (NL/FR), licenties en updates via het Belgische nationale release-centrum (NRC); LOINC-catalogusbeheer en UCUM
  • Interoperabiliteit: koppel aan HL7 FHIR en volg EU-richtsnoeren voor labresultaten (LOINC) om uitwisseling en benchmarking mogelijk te maken. 
  • Ethiek & GDPR: process-miningprojecten als kwaliteitsverbetering, met DPIA, dataminimalisatie en klinische validatie.
  • Change management: CDI-coaches, coder-training gericht op SOI/ROM-determinanten, clinician-friendly dashboards met pathway-visualisaties.

Implementatieroadmap (12 maanden, cyclisch)

  • Maand 0-2 – Fundering: terminologie-inventaris, SNOMED/LOINC-gap-analyse, datamodellen, governance.
  • Maand 2-4 – Logging: event-log pipeline (spoed (SEH), labo, OK, verpleegkundig dossier), datakwaliteitsregels.
  • Maand 4-6 – Eerste DRG-pilots: pneumonie, hartfalen, heupfractuur. Baseline KPI’s vastleggen.
  • Maand 6-9 – Interventies & CDI: ordersets, overdrachtscriteria, coder-feedbackloops; conformance-checks.
  • Maand 9-12 – Effectevaluatie: SOI/ROM-gecorrigeerde uitkomsten, ligduur, verpleeginzet en impact op BFM-parameters; besluit over opschaling.

Tot slot

Door SNOMED CT en LOINC structureel in te bedden en de werkelijkheid van het proces via process mining zichtbaar te maken, kan een Belgisch ziekenhuis DRG-zorgpaden tegelijk klinisch beter en financieel robuuster maken. De sleutel is een geïntegreerde cyclus: semantisch zuivere data → betrouwbare DRG/SOI/ROM → procesinzicht → gerichte interventies → aantoonbare winst in patiëntuitkomsten én BFM-prestatie. Dat is geen extra rapport, maar een blijvende manier van werken.

De schaal van de Belgische gezondheidszorg maak het (nog) mogelijk om op grote schaal een dynamisch levend laboratorium op te zetten waarmee we door samen te werken, in Europa de weg kunnen wijzen naar de zorg van morgen.

Bronnen (selectie):

Hoe het nationale ziekenhuisbudget beheersen bij een DRG-financiering per opname? (KCE Rapport 392, 2024)

Financiële feedback per pathologie (Technische Cel)

Minimale Ziekenhuis Gegevens (MZG)

Publicaties MZG

BFM-technische nota ( 1 juli 2025)

Naar een Gezond België (2025)

SNOMED CT België

SNOMED International

LOINC België

LOINC (Regenstrief)

Unified Code for Units of Measure (UCUM) (FOD VVVL)

EU eHealth-beleid

Business Process Analysis Made Easy (BupaR, UHasselt)

Popular posts from this blog

Het Budget Financiële Middelen (BFM) budgettair type A (Acuut)

Belgische S2-centra voor acute beroertezorg met invasieve procedures

Hervorming van de Belgische ziekenhuisfinanciering - struikelblokken & mogelijke hervormingsscenario's en hun voor- en nadelen