Waarde-gedreven gezondheidszorg in Belgische ziekenhuizen: strategisch, tactisch, operationeel — met focus op het BFM
Inleiding: waarom “value” nu telt
Waarde-gedreven gezondheidszorg (value-based healthcare, VBHC) draait om maximale gezondheidsuitkomsten die ertoe doen voor patiënten per bestede euro. In België werken algemene ziekenhuizen binnen een gesloten nationale enveloppe — het Budget Financiële Middelen (BFM) — die halfjaarlijks wordt vastgesteld en verdeeld over instellingen. In januari 2025 bedroeg het BFM voor algemene ziekenhuizen 9,62 miljard euro; het BFM vertegenwoordigt ~37% van de ziekenhuisomzet, naast artsenafdrachten (retrocessie) en farmaceutische inkomsten. De B-onderdelen dekken de werkingskosten; B2 (klinische diensten) is het grootste segment, gevolgd door B1 (gemeenschappelijke diensten) en B4 (forfaits en contracten). Een aantal netwerk- en kwaliteitsprojecten (bv. HOST, datacapabilities) wordt eveneens via het BFM (deels) ondersteund. Deze contouren bepalen waar VBHC de meeste financiële én klinische impact kan maken.
1) Strategische maatregelen (3–5 jaar)
1.1. Formuleer een expliciete ‘value’-missie en stuur op uitkomsten.
Veranker in het strategisch plan een beperkt aantal klinisch relevante uitkomst-KPI’s per zorgprogramma (oncologie, orthopedie, cardiovasculair, geriatrie). Gebruik gestandaardiseerde PROMs/PREMs (bv. EQ-5D-5L, ICHOM-sets) om naast klinische data ook patiëntperceptie te meten; Vlaanderen/België beschikken over methodiek en waardesets om kwaliteit van leven te kwantificeren.
1.2. Bouw regionale waardenetwerken.
Maak afspraken met huisartsenkringen, revalidatie- en woonzorgpartners over geïntegreerde transmurale zorgpaden en data-deling. De Belgische roadmap naar geïntegreerde zorg wijst op maturiteitswinst door structurele samenwerking; het BFM voorziet (beperkte) impulsen via netwerkgerichte projectfinanciering.
1.3. Data- en digitale strategie als kern.
Investeer in interoperabiliteit (eHealth-koppelingen), datakwaliteit en analytische capaciteiten voor realtime zorgtraject-sturing. Dit ondersteunt VBHC-beslissingen én sluit aan bij federale stimuli (historisch o.a. “Data capabilities”; dient nu anders geborgd). Implementeer op een efficiënte, effectieve en gebruiksvriendelijk manier internationale open standaarden in het EPD, zoals SNOMED CT, LOINC, ....
1.4. Financiële strategie afgestemd op BFM-hefbomen.
Richt de portfolio op activiteiten die waarde creëren voor de patiënten én binnen BFM-parameters gunstig renderen: dagchirurgie, korte verblijven met lage complicaties, juiste registratie/case-mix en kwaliteitsbonussen (P4P).
1.5. Governance en transparantie.
Installeer een Value Steering Committee (CMO, CNO, CFO, CIO, diensthoofden artsenkorps en verpleging) dat kwartaalmatig uitkomsten, kosten en BFM-effecten opvolgt; maak dashboards zichtbaar van directie tot op teamniveau.
2) Tactische maatregelen (12–24 maanden)
2.1. Ontwerp geïntegreerde zorgpaden met heldere uitkomstsets.
Begin met 3–5 volumestraten/zorgtrajecten (heup/knie, borstoncologie, CVA, hartfalen, moeder-kind). Definieer zorgtraject-doelen (bv. complicaties, heropnames, tijd tot mobilisatie, EQ-5D-index, PREMs). De KCE-kaderdocumenten en nationale werkgroepen rond PROMs/PREMs bieden praktische handvatten.
2.2. Meet wat ertoe doet en publiceer intern.
Implementeer routinematige PROMs/PREMs-registratie (digitale pre- en postmeting). Houd rekening met begrijpelijkheid en belasting voor patiënten; recente studies benadrukken de nood aan toegankelijke vragenlijsten die rekening houden met geletterdheid en culturele achtergrond (vb.: B1-taalniveau).
2.3. Zet vol in op de ambulante shift en dagchirurgie.
De hertekening van dagchirurgie (uitbreiding A-lijst, herinvoering B-lijst) stimuleert verschuiving van klassieke opnames naar dagopnames. De FRZV verduidelijkte dat o.a. de ligdagfactor in BFM voor chirurgisch dagziekenhuis is opgetrokken van 0,81 naar 0,95 en becijferde bijkomende budgetnoden; voor ziekenhuizen loont het om de operationele randvoorwaarden (efficiënte en effectieve OK-planning, Centrale Sterilisatieafdeling (CSA), perianesthesie) op orde te brengen.
2.4. Activeer BFM-qualiteitsprikkels (P4P) en infectiepreventie.
Het P4P-budget werd in 2024 opgetrokken tot €40 mln en focust o.a. op infectie-indicatoren. Ziekenhuizen die aantoonbaar scoren, vermijden verlies van middelen en boeken klinische winst.
2.5. Professionalisering van kostenzicht (TDABC) per zorgpad.
Rol time-driven activity-based costing (TDABC) uit op de gekozen zorgpaden om waarde te maximaliseren (onnodige variatie en niet-waardetoevoegende stappen schrappen) en om met artsen transparant te sturen op kost per uitkomst. Implementatie van Statische Proces Controle kan helpen om proces-variabiliteit in kaart te brengen.
TDABC berekent de kost van zorg als: Kost = (capaciteitskost per minuut van een resource) × (tijd die de patiënt die resource gebruikt).
Resources zijn bv. OK anesthesieteam, verpleegafdeling, beeldvorming, apotheek, administratie.
Waarom dit “professionaliseren”?
- Van globaal naar gericht: niet meer een gemiddelde “kost per opname”, maar de kost van élke stap in een specifiek zorgpad (heup, knie, borstkanker, CVA, hartfalen, moeder-kind, …).
- Beslisbaar: je ziet precies welke stappen waarde toevoegen en welke verspillen (wachttijden, dubbele onderzoeken, variatie).
- Koppel aan VBHC: kosten kunnen naast uitkomsten (PROMs/PREMs, complicaties, re-opnames) worden gelegd → kost per uitkomst.
- BFM-fit: betere OK-planning en dagchirurgie, minder complicaties en kortere ligduur = beter binnen BFM-parameters.
2.6. Cyber- en dataveiligheid als enabler.
Gebruik de federale financiering voor NIS2-compliance om continuïteit en dataveiligheid te borgen; koppel dit aan klinische systemen voor PROMs/PREMs en telemonitoring.
2.7. Registratiekwaliteit en case-mix.
Zorg dat Minimale Ziekenhuis Gegevens (MZG)/Nursing Related Groups (NRG)-codering, medische producten-punten en RIZIV-prestatiestatistieken compleet en juist zijn; in 2025 worden o.a. B2-berekeningen op RIZIV-data 2023 gestoeld en zijn correcties op medische-productenpunten doorgevoerd.
Het NRG of Nursing Related Groups model is een groeperingsmodel dat de verpleegkundige zorgen indeelt in groepen op basis van de nationale VG-MZG gegevens van de Belgische ziekenhuizen. Elke groep of NRG representeert een verzameling van zorgperiodes waarin gelijkaardige zorgen worden toegediend bij de patiënt.
3) Operationele maatregelen (0–12 maanden)
3.1. PROMs/PREMs ‘by default’.
Integreer digitale vragenlijsten in het EPD met automatische timing (pre-op, 3 en 12 maanden post-op). Gebruik de Belgische EQ-5D-5L waardeset om generieke QALY-achtige inzichten te verkrijgen.
3.2. Dagchirurgie-klaar maken.
Herontwerp pre-admissie, anesthesietriage, ontslageducatie en follow-up (telefoon/telemonitoring) om complicaties en heropnames te beperken; pas OK-blokken aan op case-mix en standaardtijden. Dit sluit rechtstreeks aan op B2-financiering van dagopnames en operatiekwartier.
3.3. Lean-verbeteringen op de vloer.
Introduceer dagelijkse huddles en visuele managementborden per afdeling (doorstroom, ontslag vóór 11u, first-case on-time start, doorlooptijd beeldvorming). Elke klinisch niet-verantwoordbare dag kost patiëntwaarde én BFM-punten.
3.4. Complicatie-reductie als ‘prime mover’.
Versterk infectiepreventie, VTE-profylaxe (veneuze trombo-embolie, diep-veneuze trombose (DVT) en longembolie (LE)), valpreventie, medicatie- reconciliatie; deze leveren dubbele winst op: betere uitkomsten en minder kost/ligduur, en sluiten vaak aan bij P4P-indicatoren.
3.5. Precisie in registratie en facturatie.
Train artsen, medische en verpleegkundige coderings- en apotheekteams in MZG/NRG-logica, medische-productenpunten en BFM-regels (bv. sociale profielen in B8, herrekeningen B1/B2, correcties C2).
3.6. Inzet op netwerkprocessen die financiering volgen.
Gebruik (waar beschikbaar) financiering voor infectiebestrijding (HOST) en data-samenwerking; stem met netwerkpartners af om duplicaties te vermijden.
4) Waar vooral aan werken binnen het BFM — concrete hefbomen
4.1. B2 – Klinische diensten (grootste component).
- Dagchirurgie en ambulantisering versnellen (A-lijst): meer activiteit in een gesloten verdelingsmechanisme vraagt efficiënte doorstroming én accurate standaardtijden; anders daalt de waarde per eenheid. Stuur op lage complicaties en korte LOS.
- Operatiekwartier-performance (on-time starts, turn-around-time (TAT)) om de B2-OK-punten ten volle te valoriseren. Update operatiekwartier-processen wanneer federale standaardtijden of definities wijzigen.
- Medische producten op verpleegeenheden: zet formularia en substitutiebeleid in; de 2025-correcties tonen het belang van datakwaliteit.
4.2. B1 – Gemeenschappelijke diensten.
- Ondersteunende diensten op dagchirurgie afstemmen (logistiek, CSA, schoonmaak, transport) zodat de B1-verdeling voordelig uitvalt wanneer dagopnames stijgen.
- Interhospitaal vervoer: organiseer conform nieuwe regels (budgetlijn B1-610) en minimaliseer onnodige transfers door betere triage en netwerkafspraken.
4.3. B4 – Forfaits en (meerjaren)contracten.
P4P benutten: borg performantie op infectie- en kwaliteitsindicatoren voor volledige toekenning.
Volg wijzigingen (schrapping/aanpassing van contractlijnen) nauwgezet op en heroriënteer interne projecten (bv. data en security) zodat ze aansluiten op de actuele B4/C2-kanalen.
4.4. B7/B8/B9 – Universitaire functies, sociaal profiel en personeel.
- B8 ‘sociaal profiel’: vanaf 1 juli 2025 wordt (blijkbaar) een nieuw verdeelsysteem (lijn B8-100) toegepast; zorg voor juiste registratie van sociaaleconomische parameters en pas zorgpaden aan (bv. ontslag-planning, sociale nazorg) om vermijdbare verlengde ligduur te vermijden.
- B9 – Zorgpersoneelfonds/ASO: koppel personeelsinitiatieven aan VBHC-doelen (competentiemix, advanced practice, opleidingscontracten conform normen) zodat financiering intact blijft.
4.5. C2 – Correcties en one-shots (o.a. cybersecurity).
Gebruik C2-middelen voor NIS2 strategisch (segmentatie, detectie, back-ups) zodat digitale zorgprocessen en PROM-platforms robuust blijven (C2: Cybersecurity – One shot 2024 - NIS2).
5) VBHC-besturing & meetcyclus (praktisch)
- Quarterly value-review per zorgpad: uitkomsten (klinisch + PROM/PREM), kosten (TDABC), complicaties, readmissies, BFM-impact (B1/B2/B4/B8).
- Dashboards van directie tot teamniveau: “uitkomst versus kost” zichtbaar voor artsen en verpleegkundigen; bespreek variatie en leer van best practices.
- Co-opteer artsen op ‘value’: reputatie en incentives koppelen aan waarde van uitkomsten voor patiënten, gepaste zorg en doelmatige inzet van materialen (co-governance).
- Publieke verantwoording: rapporteer kern-uitkomsten, met voldoende duiding van de klinische context, aan raad van bestuur en (gefaseerd) extern; dit bouwt vertrouwen op bij patiënten en samenleving.
6) Risico’s en mitigatie
- Datakwaliteit & registratielast: minimaliseer dubbele registratie; integreer PROMs/PREMs in het EPD; gebruik begrijpelijke vragenlijsten.
- Ambulante shift zonder randvoorwaarden: investeer in pre-admissie, OK-planning en post-discharge; anders keldert waarde én BFM-rendement.
- Open-budgetprikkels in de toekomst: volg de federale denkoefening rond DRG-/episode-financiering met uitgavesturing; bouw interne volumebeheersing en ‘appropriateness’ in.
Tot slot
VBHC is geen extra project naast het BFM; het is de manier om binnen een gesloten enveloppe meer gezondheidswaarde met minder verspilling te leveren. Strategisch zet je outcome-sturing, netwerken en data centraal; tactisch vertaalt u dat naar sterke zorgpaden, dagchirurgie, P4P-performantie en kostentransparantie; operationeel borg je PROMs/PREMs, lean-doorstroom, registratienauwkeurigheid en cyber-robustheid. Door die gelaagde aanpak verbeter je patiëntuitkomsten en ervaring, terwijl je via de concrete BFM-hefbomen (B2/B1/B4/B8/C2) de totale zorgkosten per uitkomst laag houdt. Dat is precies waar “waarde” voor onze patiënten over gaat.
De schaal van de Belgische gezondheidszorg maak het (nog) mogelijk om op grote schaal een dynamisch levend laboratorium op te zetten waarmee we door samen te werken, in Europa de weg kunnen wijzen naar de zorg van morgen.
Bronnen:
Hervorming van de ziekenhuisorganisatie en -financiering, Minister Frank Vandenbroucke, 28 januari 2022.
Technische nota bij de kennisgeving van het Budget van Financiële Middelen op 1 juli 2024.
Technische nota bij de betekening van het Budget van Financiële Middelen op 1 januari 2025.
Technische nota bij de kennisgeving van het Budget van Financiële Middelen op 1 juli 2025.
De NIS2-wet (cybersecurity)
Use of patient-reported outcome and experience measures in patient care and policy (KCE Rapport 303Cs, 2018)
Op weg naar een gezondheidszorgsysteem dat alle behoeften van de patiënt omvat? (KCE)
An EQ-5D-5L Value Set for Belgium, N. Bouckaert et al. (2022), Pharmacoecon Open . 2022 Aug 4;6(6):823–836
Lambert, Anne-Sophie (2022). Towards integrated care in belgium: stakeholders' view on maturity and avenues for further development.
Kwaliteit van de gezondheidszorg (Sciensano)
LEARN - The BeLgian PREMs And PROMs iNitiatives working group (Sciensano)
Naar een gezond België - Performantie van het zorgsysteem (FOD VVVL)
Nursing Related Groups (FOD VVVL)
Programma Pay for Performance (P4P) voor algemene ziekenhuizen (FOD VVVL)
Measure Methodology (CMS)
Zorgevaluatie en Gepast Gebruik (ZE&GG)
Less is more (Nederland)
Less is more-aanpak weer een stap verder gebracht (FMS, 4 maart 2025)
What Is Value in Health Care? (Michael E. Porter, NEJM, 2010)
Mjåset, C., Ikram, U., Nagra, N. S., & Feeley, T. W. (2020). Value-based health care in four different health care systems. NEJM Catalyst Innovations in Care Delivery, 1(6).