Wat is een “community hospital” in België en hoe verhoudt het zich tot andere tweedelijns- en derdelijns/supraregionale ziekenhuizen?

Inleiding

In België is “community hospital” (nog) geen formeel juridisch statuut. Het is een zorgmodel dat door verschillende locoregionale ziekenhuisnetwerken wordt gebruikt om nabij, geïntegreerd en populatiegericht te werken: zorg dicht bij huis waar mogelijk, concentratie van hooggespecialiseerde zorg waar nodig. Het Plexus-netwerk (regio Leuven-Tienen-Diest) beschreef dit expliciet als drie pijlers: nabijheid, integratie met de eerste lijn en populatiegericht werken, met duidelijke afspraken over doorverwijzing naar een referentie- of universitair ziekenhuis en terugverwijzing naar de lokale setting. 

Kenmerken van een Belgisch community hospital

1. Nabijheid en basis-specialistische zorg

Een community hospital organiseert de basisspecialismen (interne geneeskunde, heelkunde, geriatrie, materniteit/pediatrie waar dat demografisch aangewezen is) en een hedendaagse diagnostische en dagziekenhuiscapaciteit. Het fungeert als eerste ziekenhuispoort voor zijn populatie, en verwijst voor complexe pathologie door binnen het netwerk. 

2. Sterke inbedding in de eerste lijn en transmurale zorg

De samenwerking met huisartsenkringen, eerstelijnszones en welzijnsactoren is structureel (gedeelde dossiers, zorgpaden, mobiele teams, terugverwijzing). Dit sluit aan op de Belgische hervormingslogica naar geïntegreerde zorg en netwerkwerking. 

3. Populatiegericht en preventie-/chronische zorg-georiënteerd

Het model vertrekt van de zorgbehoeften van de regio (bv. vergrijzing → versterkte geriatrie; chronische aandoeningen → coaching, dagopnames, revalidatie) met aandacht voor preventie en zelfmanagement. 

4. Werken binnen locoregionale netwerken

Sinds 1 januari 2020 maakt elk algemeen ziekenhuis deel uit van één locoregionaal ziekenhuisnetwerk. In 2025 zijn er 23 erkende netwerken. De overheid onderscheidt locoregionale zorgopdrachten die in elk netwerk aanwezig moeten zijn, en supraregionale zorgopdrachten die omwille van complexiteit/expertise geconcentreerd worden (bv. brandwondencentra, transplantatie, pediatrische hemato-oncologie, conventies). 

Gevolgen voor het Budget Financiële Middelen (BFM) voor een community hospital

Wat is het BFM?

Het BFM is de gesloten overheidsenveloppe die de werkings- en bepaalde investeringskosten van ziekenhuizen dekt. In januari 2025 werd het sectorbudget geraamd op € 9,62 mld, goed voor ruim een derde van de ziekenhuiskosten; honoraria-afdrachten zijn de tweede grote inkomstenbron. Het BFM is gestructureerd in delen A (infrastructuur/uitrusting), B (werking) en C (regularisaties). 

Bestaat er een “BFM-categorie” voor community hospitals?

Neen. Het BFM kent geen specifieke component “community hospital”. De BFM-dotatie van een ziekenhuis volgt de erkende diensten, functies, bedden (erkend/verantwoord), activiteiten en contracten die het ziekenhuis effectief aanbiedt binnen zijn netwerk. Concreet betekent dit dat de BFM-mix van een community hospital vooral bepaald wordt door zijn locoregionale portfolio (bv. spoed, geriatrie, oncologisch zorgprogramma, dialyse) en minder door supraregionale/expertisefuncties die in referentie- of universitaire centra geconcentreerd zijn. 

Hoe “werkt” dat in de praktijk? Enkele tastbare effecten:

  • Horizontale enveloppen gelden voor alle ziekenhuizen. Voorbeelden in 2024 - 2025 zijn cybersecurity-middelen of het Zorgpersoneelfonds. De verdeling is vaak deels forfaitair en deels pro rata bedden, wat impliceert dat kleinere community hospitals dezelfde vaste schijf krijgen maar een kleinere volumetrische schijf. (Bv. “Cybersecurity – one shot 2024 – NIS2”: 50% gelijk per ziekenhuis + 50% pro rata bedden.) 
  • Investerings- en uitrustingslijnen (delen A/B3) volgen de erkenning/aanwezigheid van zwaar materiaal en medisch-technische diensten (PET-scan, NMR, radiotherapie…). Community hospitals met een basisprofiel zullen (logischerwijs) minder uit deze specifieke lijnen halen dan een universitair ziekenhuis of supraregionaal referentiecentrum met geconcentreerde high-tech functies. De toekenning en indexering van zulke lijnen wordt in de technische nota’s gedetailleerd. 
  • Het is een gesloten budget. Tot vandaag blijft het BFM een gesloten enveloppe met subdelen (o.a. B2) en jaarlijkse technische bijsturingen; er lopen beleidsdiscussies over evolutie naar meer DRG-forfaits per opname met beheersmechanismen, maar dat vergt eerst een grondige hervorming van de ziekenhuisfinanciering. 

Kortom: voor een Belgisch community hospital is er geen aparte BFM-stroom; de impact is indirect en hangt af van (i) de rol in het netwerk (voornamelijk locoregionaal), (ii) de erkende diensten/functies/bedden en (iii) algemene, voor alle ziekenhuizen geldende horizontale BFM-maatregelen. 

Vergelijking: community hospital vs. (andere) tweedelijns en derdelijns/universitair-of-supraregionaal ziekenhuis

Mandaat en rol

  • Tweedelijns (specialistische) zorg: toegankelijk na verwijzing vanuit de eerste lijn; typisch in algemene ziekenhuizen. Een community hospital is in de Belgische realiteit doorgaans zo’n regionaal tweedelijnsziekenhuis met brede basis-specialismen en dagziekenhuis. 
  • Derdelijns/universitaire & supraregionale zorg: zeer gespecialiseerde, vaak zeldzame of hoogrisico-ingrepen en -zorgpaden die omwille van kwaliteit en schaal geconcentreerd worden in referentie-/universitaire centra (transplantatie, brandwonden, pediatrische top-oncologie, gespecialiseerde beroertezorg). Universitaire ziekenhuizen combineren dit met onderwijs en onderzoek en nemen een “last-resort” functie op. 

Patiëntenstromen en samenwerking

Community hospitals fungeren als hub dicht bij de woonplaats: zij starten diagnose/behandeling, verwijzen gericht door bij complexe casussen en nemen nabehandeling/chronische opvolging opnieuw op na tertiaire interventies. Dit past in de netwerklogica met locoregionale versus supraregionale zorgopdrachten en de 30-minuten bereikbaarheid voor locoregionale taken. 

Diensten en infrastructuur

  • Community/tweedelijns: spoedgevallen, inwendige, chirurgie (incl. dagheelkunde), geriatrie, pediatrie/materniteit (contextafhankelijk), basislabo/beeldvorming, dialyse, oncologisch zorgprogramma, revalidatie-samenwerking. 
  • Derdelijns/UZ/supraregionaal: toevoeging van medisch-technische topfuncties (radiotherapie-netwerk, complexe cardio-/neurochirurgie, transplantatie, brandwondencentrum, erfelijkheidscentra, enz.) en academische pijlers. 

Financieringsprofiel (BFM) in grote lijnen

  • Community/tweedelijns: BFM volgt het basisprofiel en populatievolume; relatief grotere weging van “breed inzetbare” lijnen en algemene horizontale maatregelen; relatief minder uit apparatuur-/topfunctielijnen die aan erkenningen en activiteitendrempels van tertiaire centra gekoppeld zijn. 
  • Derdelijns/UZ/supraregionaal: groter aandeel van BFM-componenten gelinkt aan geconcentreerde functies/uitrusting en (via het wettelijk kader) de academische opdracht; daarnaast blijven ook de horizontale BFM-enveloppen gelden. 

Tot slot

Een community hospital in België is best te beschouwen als strategische organisatievorm binnen een locoregionaal netwerk: dichtbij, geïntegreerd en populatiegericht, met duidelijke afspraken over escalatie naar tertiaire/supraregionale centra en terugverwijzing. Voor de financiering via het BFM heeft dit geen eigen label, maar het vertaalt zich in de samenstelling van de BFM-dotatie (welke diensten/functies/bedden men aanbiedt) en in het profiel van horizontale maatregelen die voor alle ziekenhuizen gelden. Het tweedelijns community hospital en het derdelijns universitair/supraregionaal ziekenhuis zijn dus complementair: samen maken ze de belofte waar van nabije zorg waar mogelijk en geconcentreerde expertise waar nodig. 

Bronnen:

Community hospitals bieden een antwoord op zorguitdagingen (Zorgnet-Icuro, 29/06/2022)

Transitie naar (meer) geïntegreerde zorg in België (KCE Rapport 359A, 2022)

Organisatie van Belgische ziekenhuizen

GZA Ziekenhuizen – Ziekenhuis Netwerk Antwerpen / Ziekenhuis aan de Stroom (BMA, Zaak nr. MEDE-CC-23/0037)

Technische nota bij de betekening van het Budget van Financiële Middelen op 1 januari 2025.

Wat is een eerstelijnszone? (Vlaanderen)

Financiering van Universitaire Ziekenhuizen (RUZB/CHAB)

Hoe het nationale ziekenhuisbudget beheersen bij een DRG-financiering per opname? (KCE Rapport 392, 2024)

Geconventioneerde gespecialiseerde centra en revalidatiecentra (RIZIV)



Popular posts from this blog

Het Budget Financiële Middelen (BFM) budgettair type A (Acuut)

Belgische S2-centra voor acute beroertezorg met invasieve procedures

Hervorming van de Belgische ziekenhuisfinanciering - struikelblokken & mogelijke hervormingsscenario's en hun voor- en nadelen