Evidence-Based Practice (EBP) in België: betekenis en relaties met PVC, PVH, Quadruple Aim, passende zorg, MZG en BFM

Wat is Evidence-Based Practice (EBP) in België vandaag?

EBP is het gewetensvol, expliciet en oordeelkundig gebruiken van het beste beschikbare wetenschappelijke bewijs, gecombineerd met de klinische expertise van de zorgverlener en de waarden en voorkeuren van de patiënt, om beslissingen te nemen voor de individuele zorg. In België is dit beleid expliciet verankerd en gebundeld via Evikey en Ebpracticenet. Op de federale EBP-pagina wordt EBP bovendien beschreven als hefboom voor effectiviteit, efficiëntie, kwaliteit én betaalbaarheid van zorg.

Een vierde component is de klinische en sociale context waarin zorg wordt geleverd (beschikbare infrastructuur, financiering, beleid, cultuur, samenwerking). Evikey verduidelijkt dat de zorgverlener in EBP dus vier elementen integreert: bewijs, expertise, patiëntwaarden én context.

De relatie tussen Evidence Based Medicine (EBM) en Evidence Based Practice (EBP)

EBM is de wetenschappelijke basis en denkwijze; EBP is de toepassing in de echte wereld - multidisciplinair en interprofessioneel, met aandacht voor context en implementatie, zodat wat “werkt in studies” ook werkt aan het bed, in de consultatie én in het zorgsysteem (vertaalslag/translatie).

  • EBM (Evidence-Based Medicine) is de oorspronkelijke methodiek uit de geneeskunde om klinische beslissingen te nemen op basis van het beste onderzoek, gecombineerd met klinische expertise en de voorkeuren van de patiënt.
  • EBP (Evidence-Based Practice) is  de bredere, interprofessionele toepassing van datzelfde principe in de hele zorgpraktijk (geneeskunde, verpleegkunde, kinesitherapie, geestelijke gezondheidszorg, eerstelijn, beleid), inclusief implementatie, organisatie en context.

Wat delen ze?

  • De kernformule: beste bewijs + klinische expertise + waarden/voorkeuren van de patiënt.
  • De 5 A’s: Ask – Acquire – Appraise – Apply – Assess.
  • Werken met richtlijnen en kritisch beoordelen van bewijs.

Het stap-voor-stap proces waarmee je evidence systematisch gebruikt in de gezondheidszorg.

1) Ask – Formuleer een beantwoordbare vraag

  • Doel: scherp krijgen wát je precies wilt weten.
  • Hoe: gebruik PICO/PECO (Patiënt/Probleem, Interventie, Comparator, Outcome).
    • PICO – voor interventie/diagnostiek
      • P = Patiënt/Probleem/Populatie
      • I = Interventie (behandeling, test, zorgpad)
      • C = Comparator (alternatief: andere behandeling, standaardzorg, geen behandeling)
      • O = Outcome (relevante uitkomsten voor patiënt: mortaliteit, QoL, pijn, heropname, etc.)
    • PECO – voor etiologie/exposure (risico’s, publieke/arbeids- & milieugezondheid)
      • P = Populatie
      • E = Exposure (blootstelling: rook, medicijn, shiftwerk, beleid, milieu)
      • C = Comparator (geen/minder blootstelling)
      • O = Outcome (ziekterisico, verergering, ongewenst effect)
  • Output: een heldere, zoekbare vraag.
  • Valkuil: te brede of vage vraag (“Wat is het beste voor X?”).

2) Acquire – Zoek het beste beschikbare bewijs

  • Doel: efficiënt relevante bronnen vinden.
  • Hoe: start bij richtlijnen/samenvattingen (bv. Ebpracticenet, KCE), daarna systematische reviews (Cochrane), daarna primaire studies (PubMed).
  • Tip: filter op studietype passend bij je vraag (therapie → randomized controlled trials (RCT), diagnostiek → accuratesse-studies, prognose → cohort, etc.).
  • Valkuil: alleen op titel/abstract varen of cherry-picken.

3) Appraise – Beoordeel kritisch de kwaliteit

  • Doel: inschatten of resultaten geldig en toepasbaar zijn.
  • Hoe: check bias (randomisatie, blindering, follow-up), precisie (BI (betrouwbaarheidsinterval), p-waarden), consistentie en klinische relevantie; gebruik waar kan GRADE voor bewijskracht.
  • Valkuil: statistische significantie verwarren met klinische betekenis.
GRADE is een gestandaardiseerd systeem om (1) de zekerheid van het bewijs en (2) de sterkte van een aanbeveling te beoordelen. Het helpt richtlijnmakers en zorgteams om transparant van studies naar toepasbare aanbevelingen te gaan. GRADE forceert je om transparant te zijn over wat we wél en níet zeker weten, om absolute risico’s te communiceren, en om context & waarden expliciet mee te wegen - precies de brug van bewijs naar passende zorg.

4) Apply – Pas toe bij déze patiënt in déze context

  • Doel: evidence vertalen naar het individuele zorgplan.
  • Hoe: combineer resultaten met klinische expertise, waarden/voorkeuren van de patiënt (SDM), én lokale context (middelen, richtlijnen, zorgpad).
  • Valkuil: “one-size-fits-all”; negeer geen contra-indicaties of patiëntvoorkeuren.

5) Assess – Evalueer en verbeter

  • Doel: leren of je keuze werkte en je proces goed liep.
  • Hoe: monitor uitkomsten (klinisch, patiëntervaring), complicaties/heropnames, en procesmaatregelen; gebruik audit & feedback en pas aan.
  • Valkuil: niet terugkijken of leerpunten vastleggen.

Richtlijnen en “afgeleide producten”: de praktische motor van EBP

Het federale EBP-programma bundelt actoren (Evikey, Ebpracticenet, KCE, CEBAM, Minerva…) om richtlijnen en afgeleide producten te ontwikkelen, zorgverleners te trainen en EBP-cultuur te verankeren - een bewuste beleidsingreep om kwaliteit te verhogen.

Richtlijnen en tools vertalen bewijs naar de dagelijkse praktijk. Ebpracticenet biedt gevalideerde Belgische richtlijnen, patiëntenbrochures, meetinstrumenten en “point-of-care” informatie; de FOD Volksgezondheid beschrijft dit expliciet als aanbod aangepast aan de Belgische context. KCE benadrukt daarbij het belang van gedeelde besluitvorming en van beslissingshulpen als afgeleide producten bij richtlijnen, zodat aanbevelingen echt landen in consult en zorgtraject.

EBP ↔ Potentieel Vermijdbare Complicaties (PVC) en Potentieel Vermijdbare Heropnames (PVH)

Indicatoren zoals ongeplande heropnames en specifieke potentieel vermijdbare complicaties worden in België/Vlaanderen publiek gemonitord. Zo rapporteert VIKZ het thema ongeplande heropnames en, in de beroerte-indicatorenset, o.a. potentieel vermijdbare slikpneumonie of urineweginfectie. Deze indicatoren drukken precies uit waar EBP-conforme zorg (vb. evidence-based transitie-zorg, medicatie-verificatie, tijdige slikscreening) complicaties en heropnames kan voorkómen.

Ook federaal wordt het risico op complicaties gekoppeld aan misuse/overuse: het RIZIV wijst er bv. bij sectio-keizersnedes op dat onnodige of oneigenlijke zorg aanleiding geeft tot potentieel vermijdbare complicaties. EBP-conforme indicatiestelling en uitvoering zijn dus rechtstreeks gelinkt aan lagere PVC/PVH.

EBP en de Quadruple Aim

EBP en de Quadruple Aim versterken elkaar. De Quadruple Aim focust op betere patiëntervaring, betere populatiegezondheid, lagere kost per capita én welzijn van zorgteams. Het RIZIV kadert het belang van die vierde pijler expliciet in Belgische communicatie, terwijl de internationale grondslag breed beschreven is door Bodenheimer & Sinsky. EBP-conforme zorgpaden en richtlijnimplementatie leveren hierop: ze verbeteren uitkomsten en ervaring, reduceren ongepaste variatie/kost en ondersteunen teams met duidelijke, werkbare aanbevelingen.

EBP en “passende/doelmatige/appropriate care”

EBP is de basis voor “passende/doelmatige zorg”. België monitort medische praktijkvariaties (onverklaarde over- of onderconsumptie) en koppelt dit aan de subdimensie appropriateness of care binnen Health System Performance Assessment (Evaluatie van de Prestaties van het Gezondheidssysteem). De RIZIV-cel Doelmatige Zorg publiceert variatierapporten die dialoog en verbeteracties sturen.

“Passende zorg” (appropriate care) betekent zorg die waarde toevoegt voor deze patiënt, op dit moment, zonder over- of ondergebruik. KCE toont dit scherp in het domein van zorg in de laatste levensfase: passende zorg is die welke aansluit bij wat de patiënt belangrijk vindt, met tijdige voorafgaande zorgplanning om niet-passende interventies te vermijden. Het RIZIV koppelt passende zorg ook aan het terugdringen van overuse/misuse/underuse, precies het terrein waar EBP-richtlijnen het verschil maken.

Data-fundament: Minimale Ziekenhuis Gegevens (MZG)

De MZG is de nationale registratie waarin alle niet-psychiatrische ziekenhuizen geanonimiseerde administratieve, medische en verpleegkundige data aanleveren aan de FOD Volksgezondheid. Deze gegevens worden gebruikt voor beleid, onderzoek én financiering. Het Rekenhof verduidelijkt dat MZG (dat sinds 2008 MKG en MVG vervangt) daadwerkelijk als bron dient voor financiering en beleidsbeslissingen.

De MZG-registraties (waaronder de verpleegkundige subset VG-MZG) ondersteunen bovendien kwaliteitssurveillance en epidemiologie in België (bv. Sciensano-rapporten). Kwaliteitsindicatoren zoals heropnames kunnen in analyses worden afgeleid uit MZG-gekoppelde databronnen (o.a. IMA-MZG). 

Financiering: het Budget Financiële Middelen (BFM) en de link met MZG/EBP

Het BFM is de federale ziekenhuisenveloppe en vormt samen met artsenhonoraria de kern van de ziekenhuisinkomsten. Naar een gezond België (HealthyBelgium) preciseert de omzetverdeling (waarbij BFM de grootste bron is), en KCE beschrijft het BFM als een gesloten budget met verschillende onderdelen; het grootste deel (B2) financiert verpleging/niet-medisch personeel/medische producten en wordt toegewezen op basis van APR-DRG’s. Deze case-mix-classificatie steunt op MZG-gecodeerde gegevens. Kortom: hoe en wat ziekenhuizen registreren is rechtstreeks relevant voor hun BFM-dotatie.

Dat verband wordt ook op instellingsniveau benadrukt: ziekenhuizen geven aan dat de classificatie van dag- en standaardverblijven - en dus een aanzienlijk deel van het BFM - grotendeels gebaseerd is op MZG-codering. Parallel lopen inhoudelijke hervormingen (bv. laag-variabele zorg sinds 2019) die EBP-conformiteit en gepaste zorg aanmoedigen.

Waarom is dit alles relevant voor EBP?

EBP-conforme zorg (juiste indicatie, juiste interventie, juiste setting) vermindert onnodige variatie en ongepaste consumptie, en hoort dus passend en doelmatig te zijn. Dat vertaalt zich in minder PVC/PVH en betere uitkomsten (Quadruple Aim).

Betere MZG-kwaliteit (volledige, correcte codering) op basis van een kwaliteitsvolle medische en verpleegkundige praktijk en dossiervoering maakt betere kwaliteitsindicatoren en eerlijkere financiering mogelijk; het helpt beleidsmakers sturen en ziekenhuizen gericht verbeteren.

“Naar een Gezond België” stelt het expliciet: EBP verbetert effectiviteit/efficiëntie én helpt de uitgaven onder controle te houden. In begrotingsdocumenten en doelmatigheidsplannen wordt EBP genoemd als hefboom (bv. rationeler voorschrijven, variaties verminderen). 

Tot slot

EBP is in België uitgegroeid tot een breed gedragen werkwijze die niet enkel klinisch-inhoudelijk (richtlijnen, gedeelde besluitvorming, afgeleide tools) maar ook structureel verankerd is (Evikey/Ebpracticenet, MZG-dataplatform, BFM-financiering). De klinische en sociale context als vierde EBP-component verbindt de inhoud met de realiteit van middelen, organisatie en beleid. In dat spanningsveld vormt EBP de scharnier tussen de doelstellingen van de Quadruple Aim, de realisatie van passende zorg, en de reductie van potentieel vermijdbare complicaties en heropnames - gemonitord op basis van MZG-data en gefaciliteerd via een financiering die steeds sterker inzet op waarde en gepastheid van zorg voor de patiënt.

EBP is niet alleen “klinische techniek”, maar een beleidsinstrument: het richt prioriteiten, ondersteunt implementatie en financiering, vermindert ongepaste variatie, en maakt het systeem effectiever, doelmatiger en beter uitlegbaar. Beleidsmakers gebruiken EBP (richtlijnen, HTA-rapporten, systematische reviews) om keuzes te legitimeren en prioriteiten te bepalen. In België gebeurt dit o.a. via KCE-rapporten en het HSPA-kader (Health System Performance Assessment), die expliciet dienen “om de gezondheidsautoriteiten te informeren” en de prestaties van het systeem te monitoren.

Bronnen (selectie)

FOD Volksgezondheid - Evidence-Based Practice (EBP); en overzicht van Belgische EBP-kanalen en het Evikey-netwerk.

Naar een gezond België - Evidence-based Practice (EBP)

Naar een gezond België - Financiering algemene ziekenhuizen.

Evikey - Ontdek EBP (context als vierde component).

Ebpracticenet - Referentieplatform voor EBP in België.

FOD Volksgezondheid - Minimale Ziekenhuis Gegevens (MZG).

FOD Volksgezondheid - Richtlijnen MZG

InterMutualistisch Agentschap (IMA) - Gezondheidsdata

KCE - Naar een aanpassing van de KCE-richtlijnen aan de behoeften van eindgebruikers (beslissingshulpen & Shared Decision Making (SDM)) (KCE Rapport 284A, 2017)

KCE - Performantie van het Belgische gezondheidssysteem: rapport 2024 (KCE Rapport 376A, 2024)

KCE - Hoe het nationale ziekenhuisbudget beheersen bij een DRG-financiering per opname? (KCE Rapport 392, 2024)

VIKZ/Zorgkwaliteit.be - Thema: Ongeplande heropnames

VIKZ/Zorgkwaliteit.be - Thema: Beroertezorg - (o.a. potentieel vermijdbare slikpneumonie)


RIZIV - Reorganisatie van de ziekenhuisfinanciering  – laagvariabele zorg

RIZIV/EAZ - Audit Rapport Keizersnede - duiding over overuse/misuse en complicaties

RZIV/FOD - Technische Cel

Rekenhof - Minimale ziekenhuisgegevens en verwante registraties (gebruik voor financiering/beleid/onderzoek) (2017).


Bodenheimer, T., & Sinsky, C. (2014). From triple to quadruple aim: care of the patient requires care of the provider. The Annals of Family Medicine, 12(6), 573-576.

Lehane, E., Leahy-Warren, P., O’Riordan, C., Savage, E., Drennan, J., O’Tuathaigh, C., ... & Hegarty, J. (2018). Evidence-based practice education for healthcare professions: an expert view. BMJ evidence-based medicine.

McKibbon, K. A. (1998). Evidence-based practice. Bulletin of the medical library association, 86(3), 396.

Melnyk BM, Fineout-Overholt E. Evidence-Based Practice in Nursing & Healthcare. 4e ed. Wolters Kluwer; 2018.

Rycroft‐Malone, J., Seers, K., Titchen, A., Harvey, G., Kitson, A., & McCormack, B. (2004). What counts as evidence in evidence‐based practice?. Journal of advanced nursing, 47(1), 81-90.

Rosswurm, M. A., & Larrabee, J. H. (1999). A model for change to evidence‐based practice. Image: The Journal of Nursing Scholarship, 31(4), 317-322.

Sackett DL, Rosenberg W, Gray JAM, Haynes RB, Richardson WS. Evidence-based medicine: what it is and what it isn’t. BMJ. 1996;312:71–72.

Straus SE, Glasziou P, Richardson WS, Haynes RB. Evidence-Based Medicine: How to Practice and Teach It. 5e ed. Elsevier; 2018.

Popular posts from this blog

Het Budget Financiële Middelen (BFM) budgettair type A (Acuut)

Belgische S2-centra voor acute beroertezorg met invasieve procedures

Hervorming van de Belgische ziekenhuisfinanciering - struikelblokken & mogelijke hervormingsscenario's en hun voor- en nadelen